Ortho examenvragen 2020(?) damla (docu van LB)

Generate an image of a classroom environment where educators are engaging with children with diverse needs, emphasizing inclusion and support in learning.

Orthopedagogisch Handelen Quiz

Test your knowledge on orthopedagogical practices and educational classifications with our comprehensive quiz. This quiz covers various topics, including diagnostic methods, classifications, and interventions in special education.

  • Challenging multiple-choice questions
  • Explore key concepts in orthopedagogy
  • Perfect for students and educators alike
32 Questions8 MinutesCreated by HelpingMind275
Wat betekent orthopedagogisch handelen
A) Orthopedagogische diagnostiek en psychodiagnostiek verschillen niet van elkaar. Ze hebben dezelfde doelstellingen, het zelfde object en hanteren dezelfde methoden
B) Orthopedagogische diagnostiek moet een bijdrage leveren aan de beschrijving en de analyse van de POS. Deze informatie kan aanleiding geven tot een handelingsplan, een verzameling doelen enzovoort. Dit laatste is echter niet noodzakelijk. De orthopedagogische diagnosticus kan dus volstaan met beschijven en verklaren
C) Orthopedagogische diagnostiek gebeurt in een spanningsveld. De orthopedagogische diagnostiek moet heel wat keuze maken (hoe gegevens ordenen, welke beperkingen, ...) Duidelijk is wel dat hij steeds zal kiezen voor de deductieve werkwijze
D) Orthopedagogiesche diagnostiek waarbij een beroep wordt gedaan op de deductieve werkwijze impleceert een binnenperspectief. De orthopedagoog voert een dialoog met de hulpvrager. Aan de dialoog worden een aantal postulaten verondersteld
Welke stelling over classificatiesystemen klopt
A) Klinisch-psychiatrische systemen waarin psychiatrische stoornissen als onafhankelijk en duidelijk afgelijnde ziekte-entiteiten worden beschouwd
B) Klinische-psychiatrische systemen kenschetsen de etiologie, het verloop en de prognose van psychiatrische stoornissen bevat
C) Empirisch-statistische systemen op uitkomsten van multivariate analyses op gegevens verzameld in grote steekproeven van kinderen
D) Empirische-statistische….
De cognitieve as in het orthopedagogische classificatiesysteem van Kok heeft twee polen.Welke ?
A) De s-pool waar zich het kind bevindt dat veel structuur nodig heeft en de v-pool waar zich het kind bevindt met een overdreven behoefte aan variatie
B) De s-pool waar de vraag naar structuur moet worden gesitueerd en de v-pool waar we de vraag naar langzamerhand variëren moeten lokaliseren
C) De s-pool waar zich het kind bevindt met een gebrek aan structuur en de v-pool waar zich het kind bevindt met een tekort aan variatie
D) De s-pool waar zich het kind met ADHD bevindt en de v-pool waar tich het autistische kind bevindt
GON is ontstaan in 1994 voor
A) Type 4,6,7
B) Alle types, buiten type 5
C) Type basisaanbod na 6 maanden BuO naar gewoon onderwijs
D) Voor leerlingen met een matige en ernstige verstandelijke beperking slechts op het niveau van het kleuter- en lager onderwijs
Wat hoort niet bij de nieuwe aanpassingen van het M-decreet
A) Georganiseerd volgens principes van zorgcontinuüm
B) Vervanging type 1 en 8 naar type basisaanbod
C) Leerlingen hebben recht op redelijke aanpassing
D) Voor heel het schooljaar
Welke kritiek over het functioneren van buitengewoon onderwijs klopt niet
A) Alibi-functie
B) Meer migranten worden verwezen naar BuO
C) Stigmatiseert kinderen
D) De verschillende soorten beperkingen vertonen veel meetbare verschillen op het gebied van leer-en gedragskenmerken. Het onderwijsaanbod moet dan ook bestaan uit voldoende aantallen verschillende onderwijstypes
Welk werkprincipe van buitengewoon onderwijs klopt niet
A) Handelingsplannen zijn cyclisch
B) Verslag voor toelating is heel het schoolverloop geldig
C) Leerlingen hebben recht op redelijke aanpassing
D) Georganiseerd volgens principes van zorgcontinuüm
Wat betekent OV2
A) Maatschappelijk functioneren en participeren in omgeving met ondersteuning en arbeidsdeelname in omgeving met ondersteuning
B) Maatschappelijk functioneren en participeren in omgeving met ondersteuning en arbeidsdeelname in het gewoon arbeidsmilieu
Welke methode rond gehoor bestaat niet
A) Manuele methode
B) Simultane methode
C) Totale communicatie
D) Lichamelijke methode
Hoe bepaald men de graad van gehoorverlies
A) Geluidsgolf
B) Frequentie
C) Geluidsgolf en frequentie
Welke soort gehoorverlies klopt
A) Een geleidingsstoornis is een stoornis in de overbrenging van het geluid thv. Het binnenoor, het middenoor of de uitwendige gehoorgang
B) Een perceptiestoornis is een gehoorverlies als gevolg van een stoornis van het binnenoor, gehoorzenuwen, gehoor banen en hersenschors
C) een geleidingsstoornis gaat gepaard met een abnormale snelle toename van waargenomen luidheid bij versterking van het geluid
D) Een perceptiestoornis resulteert in een maximale gehoorverlies van 60 Db
Bij welke soort kindermishandeling zijn er weinig effecten bij de interventies
A) Seksueel misbruik
B) Verwaarlozing
C) Emotionele mishandeling
D) Lichamelijke mishandeling
Wat hoort niet bij de kwaliteit van leven bij mensen met een verstandelijke beperking
A) Fysiek, emotioneel en materieel welbevinden
B) Onafhankelijkheid en zelfbepaling
C) Sociale participatie
D) Kwaliteit van het gezinsleven
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen primaire leerstoornissen en secundaire leerproblemen. In deze context zijn ... (Kruis het foute alternatief aan ):
A) Primaire leerstoornissen het gevolg van specifieke problemen bij het leren van schoolse vaardigheden zonder dat andere gebieden vertraagd hoeven te zijn
B) Primaire leerstoornissen zijn taalproblemen waardoor schoolse vaardigheden die hierop beroep doen zoals lezen en schrijven moeilijker worden geleerd
C) Secundaire leerproblemen zijn het gevolg van omstandigheden buiten het leren van die vaardigheden zelf
D) Secundaire leerproblemen zijn te situeren in de omgeving (gezin, school, ....) en het kind (gedragsproblemen)
Aan de dialoog worden een aantal postulaten verondersteld. Kruis het foute alternatief aan:
A) Intentionaliteit
B) Rationaliteit
C) Authenticiteit
D) Behoeftebeginsel
Klimaat Creatie impliceert dat er nagedacht wordt over ... ? Kruis de juiste alternatief aan:
A) De totale materiële en immateriële omgeving van het kind
B) Gerichte acties van een opvoeder om een incidentele gebeurtenis groeibevorderend te laten zijn
C) Welke de onderhandelbare en niet-onderhandelbare situaties zijn
D) Hoe aan de opvoedrelatie wordt vormgegeven en hoe deze relatie wordt onderhouden
Wil inclusief onderwijs slagen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Welke uitspraak is fout ?
A) De regelgeving moet worden aangepast. Een voorbeeld hiervan is het doorbreken van het leerstofjaarklassensysteem en het afschaffen van de eindtermen
B) Leerkrachten moeten vooral proberen tegemoet te komen aan de behoeften van iedere leerling. Een democratische houding en een geloof in gelijkwaardigheid tijn slechts van secundair beland
C) De directeur van de school moet geloven in inclusie, een duidelijke visie hebben en zijn leerkrachten ondersteunen
D) De leerlingen speelt een actieve rol bij de bepaling van wat zal worden geleerd. Deze stelt een persoonlijk leer-of studieplan
De langetermijngevolgen van mishandeling zijn ernstig. Welke uitspraak is correct ?
A) Uit onderzoek blijkt dat alle mishandelde kinderen later hun eigen kinderen mishandelen
B) Hierbij geldt de dosis hypothese. De ernst van de mishandeling bepaalt de langetermijngevolgen
C) (Als kind) mishandelde ouders laten het eigen perspectief meer los ten voordele van het perspectief van het kind, wat resulteert in meer mishandelingen van dat kind.
D) Het hebben van een gehechtheid band met een of meerdere volwassenen tijdens de kindertijd kan de lange termijn gevolgen vertrachten en de intergenerationele overdracht tegengaan
Van welke uitspraak over de secundaire preventie van kindermishandeling is juist ?
A) Deze vorm van preventie gaat ervan uit dat alle gezinnen een even groot risico op kindermishandeling dragen
B) De POS-schaal (screening van problematische opvoedingssituaties met risico op kindermishandeling) is het enige instrument dat geen aanzienlijke foutenmarge (valse positieven en negatieven) heeft
C) De secundaire preventie resulteert in een uithuisplaatsing
D) Het taxeren van de risico’s op en het voorspellen of zich al dan niet kindermishandeling zal voordoen is moeilijk
Welke stelling is correct ?
A) De behandeling van leerstoornissen is niet nodig. Ze gaan vanzelf over.
B) De behandeling van leerstoornissen gebeurt liefst vanuit het basisfunctie model
C) De behandeling van leerstoornissen gebeurt adhv lateralisatie-oefeningen
D) De behandeling van leerstoornissen moet in de eerste plaats vanuit een pedagogisch
Welke verklaring benaderingen bij leerstoornissen bestaat niet
A) Basisfunctie model
B) Taak analytische
C) Deficitmodel
Welke stelling klopt volgens opvoeding impasse
A) Bij externe opvoeding impasse meent een opvoeder aan dat de ontwikkeling van de opvoedeling niet verloopt in de gewenste richting
B) Bij interne opvoeding impasse meent een buitenstaander aan dat de ontwikkeling van de opvoeding niet verloopt in de gewenste richting
C) Bij interne opvoeding impasse ontbreekt de minimale moraliteit bij de opvoeder
D) Zowel bij interne als externe opvoeding impasse is men niet zeker dat de kinderen later een minimale moraliteit en rationaliteit zullen hebben
Welke criteria verstaat men bij de definitie van leerstoornis
A) Het achterstandscriterium, het hardnekkigheidscriterium en het exclusiviteitscriterium
B) Het specificiteit criterium, het normaliteit criterium en het exclusiviteitscriterium
C) Het discrepantiecriterium, het exclusiviteitscriterium en het normaliteit criterium
D) Het specificiteit criterium, het discrepantiecriterium en het comorbiditeit criterium
Hanteren van situaties door de opvoeder ... ( Kruis het juiste alternatief aan) is een gerichte actie van de opvoeder om een dagelijkse of incidentele gebeurtenis groeibevorderend te laten zijn
A) Actie van de opvoeder om een dagelijkse gebeurtenis te bevorderen
B) moet steeds ook als zich geen problemen of incidenten voordoen
C) is steeds een actie als reactie op een dreigend contraproductieve ervaring
D) een actieve actie van de opvoeder om de ontwikkeling te bevorderen
Wat is de definitie van orthopedagogisch handelen
A) Orthopedagogie is de wetenschappelijke studie van de preventie voor mensen die betrokken of dreigen betrokken te zijn met problematische opvoedingssituaties , met interne en externe opvoeding impasse
B) Mijn liefde voor Damla is de enige juiste antwoordoptie
Welke stelling klopt niet bij het classificatiesysteem van het ICF model
A) Ontwikkelt na ICIDH omdat het veel kritiek kreeg over negatieve terminologie, ettikitering ….
B) Zorgt voor een gemeenschappelijke taal
C) Multidimensionale en Contextuele visie op het menselijk functioneren
D) Beschrijft etiologische oorzaak
Maes (2001) schrijft dat onderzoek naar de etiologie van verstandelijke handicap vooral van belang is in het kader van preventie.
A) Primaire preventie is erop gericht de stoornis te voorkomen, secundaire wil door vroegtijdige onderkenning en interventie de ernst verminderen en tertiaire probeert de negatieve gevolgen van de stoornis zoveel mogelijk te vermijden
B) Primaire preventie betekent het verstrekken aan de ouders van genetisch advies, prenatale diagnostiek enzovoort. Secundaire diagnostiek omvat genetische manipulatie en het toedienen van vaccinaties. Tertiaire preventie is het opnemen in een instelling.
C) Primaire, secundaire en tertiaire preventie bestaan helemaal niet. Er is slechts preventie, d.w.z. Het zo veel mogelijk voorkomen van problemen.
D) Primaire preventie betekent het voorkomen dat een kind met een verstandelijke handicap wordt geboren. Secundaire zorgt ervoor dat het kind met een verstandelijke handicap zo weinig mogelijk problemen ervaart. Tertiaire betekent dat het kind uit het gezin moet worden genomen en in een instelling wordt geplaatst
Percentage kinderen zonder klinische symptomen na kindermishandeling
A) 20-30%
B) 30-40%
C) 40-50%
D) 50-60%
Wat is geen criterium bij de aanpassing van een kind met een beperking die toegang krijgt in een gewoon onderwijs
A) Financiële criterium
B) Hoe de leerkracht zich moet aanpassen
C) Hoe de school/klas zich moet aanpassen
D) Hoe snel het kind kan participeren na aanpassing aan gewone school
Drie soorten diagnose bij Pameijer en Beukering, wat past er NIET bij
A) Verklarende
B) Onderkennende
C) Verhelderende
D) Indicerende
Wat is GEEN voorbeeld van orthopedagogisch handelen
A) Een 8 jarige in residentiële krijgt orthopedagogisch advies
B) Ouders krijgen thuis advies voor dochter verslaafd aan drugs
C) Tijdens lunch informeel bespreken over orthopedagogisch handelen van patiënt
Wat past NIET bij classificatiesystemen
A) Input van orde en hypothese
B) Output communicatie
C) Zorgt voor behouden van historische classificaties
D) Leidt tot hulpverlening
{"name":"Ortho examenvragen 2020(?) damla (docu van LB)", "url":"https://www.quiz-maker.com/QPREVIEW","txt":"Test your knowledge on orthopedagogical practices and educational classifications with our comprehensive quiz. This quiz covers various topics, including diagnostic methods, classifications, and interventions in special education.Challenging multiple-choice questionsExplore key concepts in orthopedagogyPerfect for students and educators alike","img":"https:/images/course7.png"}
Powered by: Quiz Maker