Reconstructievragen differentiele psychologie 2022-2023 (1e & 2e zit)

Het feit dat mensen in groepen leven, bewijs voor welk domein?
Intrapsychisch
Cognitief
Sociaal en cultuur
Aanpassings
Onderzoek naar IQ tussen verschillende rassen: effect?
Groot
Klein
Matig
Inconsistent
Welk land denkt meer aan zichzelf in referentie naar hun groep ?
Japan
Vs
Engeland
Zaïre
Wie splitste g op in twee factoren
Thurnstone
Spearman
Bidet
Cattell
Verschil (zeer klein) man en vrouw bij welke manipulatietechniek?
Hardball
Regression (klachten)
Silent treatment
Onderzoek naar George zijn erfelijkheid
Gaat niet want is maar 1 individu
Vergelijken met broer of zus
Chromosomen in kaart brengen
Genoom in kaart brengen
Huwelijk tussen 2 mensen met gelijkaardige persoonlijkheid
Meer verandering in PH
Meer consistentie in PH
Geen effect op stabiliteit of verandering van PH
Sneller gaan scheiden
Mensen hoog in N zijn....... bij....... Stimuli gedurende de stroop taak
Trager, angst
Trager, geluk
Sneller, angst
Sneller, geluk
Vast van intelligentie _ theorie en een verandering intelligentie _
Incrementieële theorie, entiteit
Entiteit, incrementiele
Gemoduleerd ... entitatief
Effectgrote -.82 tussen 2 groepen wijst op?
Klein
Matig
Onbestaand
Groot
Nisbett: meer agressie bij Zuiderse mensen toe aan...
Overgedragen cultuur
Het warme klimaat
Het gemakkelijker stelen van goederen
Valse beleefdheid
Mensen die iets willen bereiken gaan vleien ten aanzien van andere en gaan liegen en bedriegen
Machiavellisme
Narcisme
Neuroticisme
Antisociale PH
Iets over aanpassen afhankelijk van ziektekiemen: gedragsmatig immuunsysteem is afhankelijk van het voorkomen van ziektekiemen...
Immuun hypothese
Immuun prevalentie hypothese
Ziektekiemen prevalentie hypothese
Imuun systeem hypothese
Inhoud en stijl van emoties
Ze correleren hoog
Correleren matig
Correleren klein
Correleren niet: ze zijn relatief onafhankelijk van elkaar
Eysenck zijn herziene theorie over extraverte mensen
Basisniveau van opwinding
Gedragsmatige activatie respons
Maximaal niveau
Respons op opwinding
Mensen die in hun extraversie hetzelfde blijven tov de andere mensen in hun groep
Rangorde stabiliteit
Groeps stabiliteit
Gemiddelde niveau stabiliteit
Trek stabiliteit
Iets met positieve emoties in welk deel meer activiteit
Positieve emoties, links
Positieve emoties, rechts
Links, seksuele partners
Rechts, seksuele partners
Iets over geslachts verschillen en discriminatie: wat hebben ze in onderzoek vastgesteld over discriminatie obv geslacht
Vrouwen hun artikel in tijdschrift krijgen meer negatieve commentaar dan mannen
Vrouwen worden altijd benadeeld tegenover mannen
Vrouwen krijgen een hogere prijs als ze bellen voor een auto te kopen
Vrouwen meer overbruggingen bij hartproblemen dan mannen
Iets met volgens evolutionaire psychologen (moderne moleculaire genetica) - volgens de moderne evolutionaire psychologen wordt evolutie gekenmerkt door...
Differentiële genreproductie
Natuurlijke selectie
Adaptaties
Seksuele selectie
Op basis van het tot nu uitgevoerde moleculair genetisch onderzoek nemen we aan dat:
De genetische component van persoonlijkheid waarschijnlijk het resultaat van vele genen
De meeste trekken veroorzaakt worden door een enkel gen in comb met de omgeving
Genen bij het vormen van persoonlijjkheid meer belangrijk dan omgeving
Persoonlijkheid waarschijnlijk geen samenhang vertoont met onze genen
Eysenck: Introverten vermijden sociale situaties omdat
Ze teveel MAOA hebben
Te veel stimulatie
Iets met angst
Mensen die vriendelijk zijn…
Manipulatie
Selectie
Evocatie
Stagnatie
Vragenlijst persoonlijkheidstrekken
Dispositioneel
Biologisch
Intrapsychisch
Sociaal en cultureel
Selectief kweken is geslaagd als:
Erfelijk zijn
Niet beïnvloed door omgeving
Nakomelingen
Het bij alle nakomelingen voorkomt
Vraag over IQ
Mentaal/chrono x 100
Chrono/mentaal x 100
Over meervoudige intelligentie
Vloeiend, gekristalleerd
Gekristalliseerd, vloeiend
Algemeen, vloeiend
Janet spence sekserollen
Gender stereotypen
Gender stereotypen
Gender schema’s
Instrumentaliteit & expressiviteit
Depressie vrouwen
Genetische aanleg rumineren en depressie en hersenstructuur verschil
Mannen gelukkiger na puberteit ???
Uiterlijk puberteit
Uitgeloke cooperatie
Lage variatie
Hoge variatie
Gemiddelde variatie
Geen variatie
Mooie veren pauw resultaat van
Inter
Intra
Adaptatie
Natuurlijke selectie
Beperkte seksuele strategie
Gemiddeld effect gaat kleiner worden
Kinderwens bij mannen
Minder sexy zonen
Met de tijd Universeel
Met ouder worden:
Laag N, hoog A, hoog C
Hoog N hoog A, hoog C
Laag N, laag A, hoog C
Laag intensiteit:
Nooit sterke emoties
Minder sterke emoties
Meer negatieve emoties
Allemaal
Neuroticisme
Meer neg emoties bij zichzelf
Meer neg emoties bij anderen
Meer neg emoties bij zichzelf en anderen
Meer positief emoties bij anderen
Grootsche verschil individualistisch en collectivistisch
Zelfconcept
Dimensionaal … ( arousal en aangenaamheid of tegengestelde)
Expressie van emoties
Laag in Machiavelisme:
Presteren beter als er veel regels zijn
Presteren beter als er weinig regels zijn
Presteren beter bij controle van prestaties
0.30 erfelijk, hoeveel procent invloed heeft omgeving dan?
70 % feno
70 % geno
30% Geno
30%feno
Opwinding
Bis
Bas
Aras
Flynn effect
Neemt toe met volgende generatie
Neemt af
Neemt toe om de 2 generaties
Gemiddeld niveau blijft hetzelfde ofzoiets, trek bij bevolking stijgt
Rangorde verandering
Rangorde stabiliteit
Gemiddelde niveau stabiliteit
Gemiddelde niveau verandering
1. Welke van de volgende uitspraken past NIET bij Hebb en zijn theorie over ‘optimale niveaus van opwinding (arousal)’?
€¢ Een persoon kan te opgewonden zijn om goed te presteren
€¢ Een persoon heeft voor alle stimuli hetzelfde niveau als optimale opwindingsniveau
€¢ Een persoon kan slecht presteren bij te weinig opwinding
€¢ Verschillende activiteiten/taken gaan samen met verschillende niveaus van optimale opwinding
2. Onderzoek geeft aan dat er bij toenemende leeftijd _____ veranderingen zijn in het gemiddeld niveau van trekken
€¢ Helemaal geen
€¢ Kleine
€¢ Grote
€¢ Enkel op vlak van extraversie
3. De manipulatietechniek die het meest gebruikt wordt door mensen die laag zijn op openheid is .
€¢ Wijzen op plezierige kanten
€¢ Redeneren
€¢ Sociale vergelijking
€¢ Hardball
4. De meeste ‘grote’ klassieke theorieën vertrekken vanuit een benadering.
€¢ Idiografische
€¢ Universele
€¢ Individueel unieke
€¢ Groep- en individuele verschillen
5. Welk van de volgende aspecten is de beste voorspeller van carrière succes?
€¢ De ouderlijke socioeconomische status
€¢ Academische prestatie
€¢ Intelligentie
€¢ De ouderlijke gezondheid
6. Als we politieke attitudes zouden bestuderen en vaststellen dat iedereen met toenemende leeftijd meer conservatief wordt, zien we:
€¢ Gemiddelde niveau verandering
€¢ Gemiddelde niveau stabiliteit
€¢ Rangorde verandering
€¢ Rangorde stabiliteit
7. Welke van de volgende uitspraken over erfelijkheid is NIET waar?
€¢ Erfelijkheid kan toegepast worden op een individu
€¢ Erfelijkheid kan veranderen over de tijd
€¢ De erfelijkheid van dezelfde trek kan anders zijn in verschillende groepen
€¢ Het fenotype is de expressie van een bepaald genotype
8. fMRI en PET zijn bruikbare hersenvisualisatietechnieken om te onderzoeken welke hersenregio’s en processen geassocieerd zijn aan intelligentie. Studies met deze technieken toonden aan dat frontale, posterieur temporale en pariëtale hersenregio’s geassocieerd zijn aan .
€¢ Visueel-ruimtelijk inzicht
€¢ Verbale vaardigheden
€¢ Rekenkundig inzicht
€¢ IQ
9. De mate waarin mensen tevreden zijn met hun leven correleert met .
€¢ Sociale wenselijkheid
€¢ Het hebben van vele positieve emoties
€¢ Positieve illusies
€¢ Allemaal
10. Volgens onderzoek naar ‘violation of desire theory’, is de kans op scheiden (of dus een relatiebreuk) het grootste wanneer
€¢ Mensen na verloop van tijd niet meer romantisch verliefd op de partner zijn
€¢ De partner hun verlangen wat betreft een optimale kinderwens niet willen vervullen
€¢ Wanneer de partner niet gekenmerkt wordt door emotionele stabiliteit, betrouwbaarheid en aangenaamheid
€¢ Wanneer de partner na verloop van tijd niet langer voldoet in hun complementaire behoeften
11. De vaststelling dat mannen gesprekken vaker onderbreken dan vrouwen is consistent aan geslachtsverschillen bij het onderzoek naar het facet van extraversie.
€¢ Activiteit
€¢ Vertrouwen
€¢ Assertiviteit
€¢ Impulsiviteit
12. De internationale studie van Brebner over basisemoties heeft gevonden dat vrouwen emoties ervaren dan mannen.
€¢ Minder frequent en minder intens
€¢ Meer frequent en meer intens
€¢ Minder frequent en meer intens
€¢ Meer frequent en minder intens
13. De X mensen wonen in een woestijn waar de temperatuur vaak meer dan 40 graden Celsius is. Ze dragen lichte losse kledij en hoeden met grote randen. De manier waarop de X mensen zich kleden is een voorbeeld van: .
€¢ Culturele universele gebruiken
€¢ Uitgelokte cultuur
€¢ Acculturatie
€¢ Overdraging cultuur
14. Jerry is zeer extravert en domineert zeer vaak gesprekken. Zijn vriendin, Ellen, doet zeer sterk haar best om Jerry er toch telkens toe te brengen anderen ook aan het woord te laten tijdens een gesprek. Jerry’s onophoudelijke spraakzaamheid en Ellen’s vermogen om er iets aan te doen is een voorbeeld van een genotype-omgeving correlatie.
€¢ Passieve
€¢ Controlerende
€¢ Negatieve
€¢ Positieve
15. Hoe groter de activiteit van de alfagolven in de hersenen, is .
€¢ Hoe meer hersenactiviteit er op dat moment is
€¢ Hoe minder symmetrische hersenactiviteit er op een bepaald moment is
€¢ Hoe meer adrenaline er in de hersenen aanwezig is
€¢ Hoe minder hersenactiviteit er op dat moment is
16. Onderzoek naar helpen en altruïsme toonde aan dat: .
€¢ Mensen iedereen helpen in nood ongeacht hun genetische overlap (mate van verwantschap)
€¢ Mensen anderen meer helpen naargelang hoe sterker ze met hen genetisch verwant zijn*
€¢ Mensen iedereen die met hen genetisch verwant zijn ongeveer evenveel gaan helpen
€¢ Ze genetische verwanten altijd gaan helpen wanneer die hen dit vragen, ongeacht wat ze vragen
17. Onderzoek naar type A persoonlijkheden toont aan dat de kenmerkende trekken het meest in verband staat met een slechte gezondheid
€¢ Ongeduldig zijn
€¢ Prestatiegericht zijn
€¢ Vijandig zijn
€¢ Competitief zijn
18. Meta-analyses vinden verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft zelfwaarde (‘self-esteem’) en deze veranderen volgens de leeftijd:
€¢ De verschillen ontstaan bij kinderen met kleine effectgroottes, nemen verder toe in effectgrootte tijdens de adolescentie en stijgen verder tijdens de volwassenheid
E verschillen zijn al groot tijdens de kindertijd met medium effectgroottes, pieken tijdens de tienerjaren en nemen dan gestaag af tijdens de volwassenheid
€¢ Zijn bijna niet aanwezig tijdens de kindertijd, beginnen op te treden met kleine effectgroottes tijdens de adolescentie, pieken bij de leeftijd van 15 tot 18 jaar en nemen dan gedurende de volwassenheid gestaag af
€¢ Ze zijn al zeer groot tijdens de kindertijd en worden vervolgens vanaf de adolescentie over de levensloop steeds sterker
19. Is positief gecorreleerd aan huilen (Peter at al. , 2001)
€¢ Het hebben van een negatieve emotie zoals verdriet
€¢ Een laag inkomen
€¢ Neuroticisme
€¢ Angst
20. Vergeleken met Amerikanen, hebben Japanners de neiging om gebeurtenissen meer uit te leggen met aandacht voor relaties, contacten en het verband tussen het object/de persoon waar men de aandacht op richt en het gehele veld.
€¢ Hollistisch
€¢ Analytisch
€¢ Statistisch
€¢ Mechanisch
{"name":"Reconstructievragen differentiele psychologie 2022-2023 (1e & 2e zit)", "url":"https://www.quiz-maker.com/QPREVIEW","txt":"Het feit dat mensen in groepen leven, bewijs voor welk domein?, Onderzoek naar IQ tussen verschillende rassen: effect?, Welk land denkt meer aan zichzelf in referentie naar hun groep ?","img":"https://www.quiz-maker.com/3012/CDN/97-4791844/gina.jpg?sz=1200-00583036880881305300"}
Powered by: Quiz Maker