Biologische Psychologie 2 2223 - Motoriek, Slaap + Bio ritmes, Stress

Geheel van … en daardoor bediende … vormt een …
Spiervezelcellen, motor unit, motor neuron
Motor neuron, spiervezel, motor unit
Motor unit, motor neuron, spiervezel
Motor neuron, spiervezelcellen, motor unit
Synaps tussen efferent neuron en het membraan van de spiervezel = ?
Motorische eindplaat
Junctional folds
Neuro-musculaire junctie
Myofybrillen
Strengvormigecelorganellenopgebouwduitmyosineenactine = ?
Motorische eindplaat
Junctional folds
Neuro-musculaire junctie
Myofybrillen
Waar de eindknopen van het axon een synaps vormt
Motorische eindplaat
Junctional folds
Neuro-musculaire junctie
Myofybrillen
Als een efferent neuron vuurt veroorzaakt dit altijd contractie vd spiervezel
Juist
Fout
Als een afferent neuron vuurt veroorzaakt dit altijd contractie vd spiervezel
Juist
Fout
  • actief (vuren) tijdens de stretchbeweging/verandering van lengte vd spier
  • gevoelig voor verandering
Primaire: MS2
Secundaire MS1
Gevoelig voor mate van stretch/lengte van de spier (vuurratio = functie van lengte)
Primaire: MS2
Secundaire MS1
Primaire MS2 en Secundaire MS1 zijn 2 types van ?
Spierspoelen
Stretchreceptoren
Vrije zenuweinden
Golgi-peeslichaampjes
  • Hoofdzakelijk onafhankelijke bewegingen (los van andere ledematen, itt. gecoördineerde bewegingen)
    • rijken, grijpen, ...
    • ! Distale ledematen
  • Gezicht, tong, mond, ogen
Laterale groep
Ventromediale groep
  • Grove motoriek, gecoördineerd bewegen (vb. wandelen), postuur
  • Proximale ledematen, romp
  • Coördinatie hoofd- / romp- / oogbewegingen
  • Niezen, ademen, hoesten, ...
Laterale groep
Ventromediale groep
  • Injectie met muscimol apen (& laesies bij mensen):
    • vooral verslechtering motorisch reageren op arbitraire cues
      • vb. Wuiven op commando
    • relatief gepreserveerd vermogen reageren op spatiale cues
      • vb. Wuiven naar iemand, bepaald object grijpen
SMA
Premotorische cortex
TMS maakt het onmogelijk om gebruik te maken van kleurcues die informatie geven over gewicht op te heffen object
SMA
Premotorische cortex
  • Injectie met muscimol apen:
    • geen aangeleerde sequenties meer kunnen uitvoeren (intern)
    • kunnen nog reageren op visuele cues
SMA
Premotorische cortex
TMS verhindert bij mensen uitvoeren van geleerde 'pianosequentie'; blijft even gaan > cruciaal bij voorbereiding, niet beweging zelf
SMA
Premotorische cortex
Verminderde activatie bij pianisten bij het uitvoeren van complexe vingerbewegingssequenties (efficiëntere werking)
SMA
Premotorische cortex
  • Regelmatige golven
  • Weerspiegelen een cortex in rustige toestand
  • Sterkere alpha activiteit bij ogen gesloten dan ogen open - ook in het donker
Alpha-activiteit
Beta-activiteit
Theta-activiteit
Delta-activiteit
  • Onregelmatige golven
  • Lage amplitude
  • Wijst op corticale desynchronisatie: verschillende circuits zijn gelijktijdig betrokken bij intensieve informatieverwerking: inspanning, focus, actief denken
Alpha-activiteit
Beta-activiteit
Theta-activiteit
Delta-activiteit
  • Grotere golven
  • Wijst op nog toegenomen synchronisatie
  • in de NREM1: overgang van waken naar slapen
Alpha-activiteit
Beta-activiteit
Theta-activiteit
Delta-activiteit
  • Zeer grote amplitude
  • Nog toegenomen synchronisatie
  • in NREM3: SWS > typerend voor het derde stadium van het non-rem; we noemen dit ook wel de trage golf slaap, omdat dit golven zijn met een lage frequentie terwijl ze een hoge amplitude hebben
Alpha-activiteit
Beta-activiteit
Theta-activiteit
Delta-activiteit
Er is een correlatie tussen IQ en het aantal slaapspoelen dat je vertoont
Juist
Fout
Er is een correlatie tussen IQ en het aantal K-complexen dat je vertoont
Juist
Fout
K-complexen komen typisch voor in
NREM1
NREM2
NREM3
SWS
Slaapspoelen komen voor in
NREM 1-2 (vooral NREM1)
NREM 1-3 (vooral NREM 2)
NREM 1-2 (vooral NREM 2)
NREM 1-3 (vooral NREM 2)
Dan is er al toename alpha, afname beta
Ogen sluiten
NREM1
NREM2
SWS (NREM3)
REM
  • pas in dit stadium spreken we van slaap
  • theta begint te verschijnen
Ogen sluiten
NREM1
NREM2
SWS (NREM3)
REM
  • K-complexen, slaapspoelen in EEG
  • vaak nog niet de ervaring te slapen wanneer nu gewekt
Ogen sluiten
NREM1
NREM2
SWS (NREM3)
REM
  • verschijnen delta-activiteit
  • moeilijk te wekken (bv door lawaai)
  • moeilijk ontwaken (groggy, verward > moeilijk om alert te worden)
Ogen sluiten
NREM1
NREM2
SWS (NREM3)
REM
  • EEG: lijkt op dat van stadium 1 slaap (theta activiteit is weer dominant, delta activiteit verdwijnt)
  • EOG: er zijn veel oogbewegingen
  • EMG: wegvallen spierspanning
  • fysieke tekenen van seksuele arousal, maar impliceert geen dromen met seksuele inhoud 
  • bij wekken: rapportage van dromen, meestal met een (rare) verhaalstructuur
Ogen sluiten
NREM1
NREM2
SWS (NREM3)
REM
We dromen alleen in de REM slaap
Juist
Fout
Rebound effecten: als onze slaap onthouden is, gaan we alle gemiste uren inhalen
Juist
Fout
Rebound effecten: als onze slaap onthouden is, gaan we een gedeelte inhalen en alle gemiste uren worden ingehaald
Juist
Fout
Rebound effecten: als onze slaap onthouden is, gaan we een gedeelte inhalen maar niet alle gemiste uren worden ingehaald
Juist
Fout

In de reboundfase: NREM1&2 veel meer ingehaald dan SWS (trage golf slaap) en REM

Juist
Fout

In de reboundfase: NREM1&2 veel minder ingehaald dan SWS (trage golf slaap) en REM

Juist
Fout
Zwak verband tussen fysieke activiteit tijdens de dag en hoeveelheid SWS tijdens de nacht
Juist
Fout
Sterk verband tussen fysieke activiteit tijdens de dag en hoeveelheid SWS tijdens de nacht
Juist
Fout
Als je iemand in het labo constant wakker maakt, juist voordat die in de REM-slaap komt en je laat die de volgende nacht doorslapen, dan is er een toename van REM-activiteit (SWS blijft onveranderd)
Juist
Fout
Als je iemand in het labo constant wakker maakt, juist na die uit de REM-slaap komt en je laat die de volgende nacht doorslapen, dan is er een toename van REM-activiteit (SWS blijft onveranderd)
Juist
Fout
REM-slaap is voornamelijk belangrijk voor declaratieve taken
Juist
Fout
REM-slaap is voornamelijk belangrijk voor non-declaratieve taken
Juist
Fout
SWS is voornamelijk belangrijk voor declaratieve taken
 
SWS is voornamelijk belangrijk voor non-declaratieve taken
Juist
Fout
Koffie geeft je energie door het blokkeren van adenosine receptoren
Juist
Fout
Koffie vermindert het gevoel van moe zijn door het blokkeren van adenosine receptoren
Juist
Fout
  • Celkernen: astrocyten doorheen het brein
  • Waken: stijgen
  • SWS: dalen
  • REM: /
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
  • Celkernen: pons, basale voorhersenen, mediaal septum
  • Waken: hoog
  • SWS: laag
  • REM: hoog
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
  • Celkernen: Locus coeruleus
  • Waken: hoog
  • SWS: dalen
  • REM: laag
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
  • Celkernen: Raphekernen
  • Waken: hoog
  • SWS: dalen
  • REM: laag; meteen erna een piek
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
  • Celkernen: TMN hypothalamus
  • Waken: hoog
  • SWS: laag
  • REM: laag
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
  • Celkernen: Laterale hypothalamus
  • Waken: hoog
  • SWS: laag
  • REM: laag
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
caffeïne blokkeert ... receptoren
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
Amfetamine zijn oa. ...-agonisten
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
Behavioral despair test (forced swimming, tail suspension). Rol in automatische bewegingen.
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
Klassieke anti... blokkeren H2 receptoren
Adenosine
Acetylcholine
Noradrenaline
Serotonine
Histamine
Orexine
Slaapschuld die opgebouwd wordt door adenosine
Homeostatische invloed
Allostatische invloed
Circadiane invloed
Waakzaamheid bewaren ikv. stressrespons
Homeostatische invloed
Allostatische invloed
Circadiane invloed
Neiging om te slapen tijdens bepaalde delen van de dag, interindividuele variabiliteit
Homeostatische invloed
Allostatische invloed
Circadiane invloed
  • inslaapproblemen, doorslaapproblemen of niet-verkwikkende slaap (je slaapt wel, maar je hebt niet het gevoel dat je uitgerust bent)
  • in afwezigheid van andere stoornis of medische aanleiding, bv. Door tandpijn
Primaire insomnie
Secundaire insomnie
Subjectieve insomnie
Narcolepsie
Kataplexie
  • inslaapproblemen, doorslaapproblemen of niet-verkwikkende slaap (je slaapt wel, maar je hebt niet het gevoel dat je uitgerust bent)
  • in aanwezigheid van andere stoornis of medische aanleiding, bv. Door tandpijn
Primaire insomnie
Secundaire insomnie
Subjectieve insomnie
Narcolepsie
Kataplexie
Mensen die zeggen dat ze heel slecht slapen, terwijl er op het EEG niets te zien is
Primaire insomnie
Secundaire insomnie
Subjectieve insomnie
Narcolepsie
Kataplexie
  • slaapaanvallen
    • niet te stuiten drang om te slapen
    • meestal in saaie, monotone omstandigheden (bv. Wachten op trein)
    • typisch 2-5 minuten
  • slaapverlamming
    • intrusie van REM-verlamming werkt nog even door in het waken, je blijft nog even verlamd
    • net voor of na slaap
    • soms ook hypnagogische hallucinaties (=droomachtige visuele fenomenen) tijdens verlamming
Primaire insomnie
Secundaire insomnie
Subjectieve insomnie
Narcolepsie
Kataplexie
  • gedeeltelijk of volledige verslapping van de spieren ("bloemzak")
  • geen bewustzijnsverlies: vallen niet in slaap
  • seconden tot minuten
  • slaapverlamming tijdens volop waken
  • vaak getriggerd door emotie of sterke inspanning/verschieten > vaak vermijding van sterke emoties
Primaire insomnie
Secundaire insomnie
Subjectieve insomnie
Narcolepsie
Kataplexie
  • vrijgave van adrenaline en noradrenaline (catecholamines) onder impuls van hypothalamus (noradrenaline = hier hormoon)
  • snelle boost van effect van directe sympatische effecten
SAM-systeem
HPA-as-systeem
  • CRH = CRF > hypofyse >
  • ACTH > bloedstroom >
  • Bijnieren, schors = gluccocorticoïden
SAM-systeem
HPA-as-systeem
basale niveaus beïnvloeden snelle respons, vb. Verhoging bloeddruk o.i.v. Catacholamines kleiner bij latere basale GC niveaus ( à chronische hypertensie)
Permissief
Stimulatoir
Suppressief
Preparatoir
vb. Vet omzetten in meer direct bruikbare vormen van energie (à hyperglycemie à diabetes)
Permissief
Stimulatoir
Suppressief
Preparatoir
rol in beëindigen / herstellen van acute respons, vb. Immuunsysteem deactiveren (> bestrijden auto-immuunaandoeningen)
Permissief
Stimulatoir
Suppressief
Preparatoir
rol in voorbereiden op toekomstige stressoren, vb. grotere reserves aanleggen dan voor de stressor (à obesitas)
Permissief
Stimulatoir
Suppressief
Preparatoir
Focus op negatieve LT gevolgen, dit is de prijs die betaald moet worden voor protectieve effecten op KT
Developmental constraint
Predictieve adaptieve respons
omstandigheden in jeugd zijn vaak voorspellend voor omstandigheden later > afstemmen
Developmental constraint
Predictieve adaptieve respons
Nog gevoeliger worden, omdat dreiging niet verdwijnt
Sensitisatieprocessen
Habituatieprocessen
Vb. Reductie stressrespons bij veelvuldig parachutespringen
Sensitisatieprocessen
Habituatieprocessen
Geassocieerd met langdurige hyperactivatie van SAM systeem (vb. Fisher et al., 2010): voortdurende dreiging
Gegeneraliseerde angst
OCD
Type A
Depressie
PTSD
Sterke nadruk op coping (uitlaatkleppen/controle): verhoogde cortisolniveaus (Sousa-Lima et al., 2019)
Gegeneraliseerde angst
OCD
Type A
Depressie
PTSD
Persoonlijkheid; workaholic, "slechte baas"
Gegeneraliseerde angst
OCD
Type A
Depressie
PTSD
Ook overal problemen/zorgen + aangeleerde hulpeloosheid; atrofie hippocampus; effect antidepressiva afhankelijk van neurogenese daar
Gegeneraliseerde angst
OCD
Type A
Depressie
PTSD
  • SAM-systeem (adrenaline) versterkt > toediening antagonist meteen na trauma vermindert kans om
  • Stress veroorzaakt reductie hippocampaal volume à verminderd vermogen tot onderscheid veilige/traumatische context (normaal inhibitie van snelle, initiële dreiging obv. Processen amygdala)
  • Hyperresponsiviteit amygdala angstige vs. Blije gezichten
Gegeneraliseerde angst
OCD
Type A
Depressie
PTSD
{"name":"Biologische Psychologie 2 2223 - Motoriek, Slaap + Bio ritmes, Stress", "url":"https://www.quiz-maker.com/QPREVIEW","txt":"Geheel van … en daardoor bediende … vormt een …, Synaps tussen efferent neuron en het membraan van de spiervezel = ?, Strengvormigecelorganellenopgebouwduitmyosineenactine = ?","img":"https://www.quiz-maker.com/3012/images/ogquiz.png"}
Powered by: Quiz Maker