Deel 3: VAHP

Over welke benadering gaat het? 
 
  • Initieel werden mensen met handicap enkel gezien en behandeld door artsen
  • Handicap als concept vindt oorsprong in fysieke toestand (je hebt een ledemaat tekort)
    • Handicap vindt oorzaak in een mentale of fysieke toestand die voorkomen of verbeterd kan worden door medisch, biologisch of genetische interventie
Biomedische benadering
Functionele benadering
Omgevingsbenadering
Rechtenbenadering
Over welke benadering gaat het?
 
  • Strategieën om mensen te helpen om potentieel te bereiken
  • De manieren hoe de functionele beperking verbeterd kan worden en strategieën om mensen te helpen om hun potentieel te bereiken staan centraal. Hoe kunnen mensen het best het leven van ‘normale’ mensen benaderen?
    • Bijvoorbeeld. Enkel prothese indien persoon hier comfortabel mee is
  • Toestand staat centraal, maar meer creatief denken om meer mogelijkheden te geven
Biomedische benadering
Functionele benadering
Omgevingsbenadering
Rechtenbenadering
Over welke benadering gaat het?
 
  • Sterke reactie tegen functionele benadering

Bijvoorbeeld. “Handicap is niet het feit dat ik in een rolstoel zit, maar dat ik niet kan participeren in de maatschappij door mijn rolstoel”

  • Beperkingen zijn alleen toe te schrijven aan interactie individu-omgeving
  • Sociale onderdrukking door maatschappij; empowerment om systematische barrières te doorbreken
  • Persoonlijke mogelijkheden en beperkingen zijn niet alleen toe te schrijven aan factoren in het individu, maar aan de interactie tussen individu en omgeving De focus ligt hier op hoe samenlevingen georganiseerd zijn.
Biomedische benadering
Functionele benadering
Omgevingsbenadering
Rechtenbenadering
Over welke benadering gaat het? 
 

Mensen met handicap zijn niet per sé hetzelfde, maar ze hebben wel rechten en men moet zo veel mogelijk garanderen dat hun rechten geëffectueerd kunnen worden

  • Wegnemen van barrières is onvoldoende
  • Handicap wordt benaderd vanuit een rechtenperspectief: hoe marginaliseert de maatschappij mensen met een handicap en welke aanpassingen zijn nodig om op hun noden te antwoorden

De focus ligt hier op ondersteunen van diversiteit en empowerment.

  • Mensen met handicap zien als toevoeging aan sociaal systeem
  • Culturele model: Unieke ervaring mensen met handicap kan worden gezien als meerwaarde in plaats van beperking: Eigenheid staat centraal
Biomedische benadering
Functionele benadering
Omgevingsbenadering
Rechtenbenadering
Welke van de 2 behoren tot de individuele benadering? 
Biomedische benadering
Omgevingsbenadering
Functionele benadering
Rechtenbenadering
Welke van de 2 behoren tot de sociale pathologie? 
Biomedische benadering
Omgevingsbenadering
Functionele benadering
Rechtenbenadering
Stoornis waar voor iemand hulp nodig heeft
Impairment
Handicap
Beperking in het leven die externe oorzaak heeft in de samenleving
Impairment
Handicap
Van welk soort onderwijs zijn dit types:
 
  • Type basisaanbod (vervangt sinds september 2015 geleidelijk types 1 en 8)
  • Type 1: Voor kinderen met een lichte verstandelijke handicap (Geen kleuteronderwijs)
  • Type 2: Voor kinderen met een verstandelijke beperking
  • Type 3: Voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking
  • Type 4: Voor kinderen met een motorische beperking
  • Type 5: Voor kinderen in een ziekenhuis, een preventorium of een residentiële setting
  • Type 6: Voor kinderen met een visuele beperking
  • Type 7: Voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak of taalstoornis
  • Type 8: voor kinderen met ernstige leerstoornissen (niet voor kleuters/ in afbouw) - Geen kleuteronderwijs
  • Type 9: voor kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking (sinds september 2015)
Buitengewoon basisonderwijs
Buitengewoon secundair onderwijs
buitengewoon basisonderwijstype :
 
Voor kinderen met een lichte verstandelijke handicap (Geen kleuteronderwijs)
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
Voor kinderen met een verstandelijke beperking
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
Voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
Voor kinderen met een motorische beperking
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
Voor kinderen in een ziekenhuis, een preventorium of een residentiële setting
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
Voor kinderen met een visuele beperking
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
Voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak of taalstoornis
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
voor kinderen met ernstige leerstoornissen (niet voor kleuters/ in afbouw) - Geen kleuteronderwijs
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon basisonderwijstype:
 
voor kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking (sinds september 2015)
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Type 5
Type 6
Type 7
Type 8
Type 9
buitengewoon secundair onderwijs: 
 
Sociale aanpassing zodat ze in beschermende omgeving kunnen wonen en eventueel kunnen werken met ondersteuning
Opleidingsvorm 1 (OV1)
Opleidingsvorm 2 (OV2)
Opleidingsvorm 3 (OV3)
Opleidingsvorm 4 (OV4)
buitengewoon secundair onderwijs:
 
Sociale vorming, algemene vorming en arbeids-geschiktmaking
Opleidingsvorm 1 (OV1)
Opleidingsvorm 2 (OV2)
Opleidingsvorm 3 (OV3)
Opleidingsvorm 4 (OV4)
buitengewoon secundair onderwijs:
 
Beroepsonderwijs (integratie gewone leef- en arbeidsomgeving: geeft algemene, sociale en professionele vorming)
Opleidingsvorm 1 (OV1)
Opleidingsvorm 2 (OV2)
Opleidingsvorm 3 (OV3)
Opleidingsvorm 4 (OV4)
buitengewoon secundair onderwijs:
 
Algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs (zoals regulier onderwijs, maar vaak met fysieke handicap)
Opleidingsvorm 1 (OV1)
Opleidingsvorm 2 (OV2)
Opleidingsvorm 3 (OV3)
Opleidingsvorm 4 (OV4)
Compensatie voor werkgevers of zelfstandigen wanneer ze een werknemer met een erkende arbeidshandicap tewerkstellen (20 à 40% brutoloon, voor 2 of 5 jaar)
VOP
GTB
GOB
dienst die gaat zorgen dat de relatie tussen werkgever en werknemer optimaal blijft.
VOP
GTB
GOB
Gaan werknemers kunnen voorbereiden dat die aan de slag kunnen en de job kunnen behouden
VOP
GTB
GOB
De missie van het VAPH is: “De maatschappelijke integratietie en participatie
aan de samenleving van personen met een handicap bevorderen, dit door steun te verlenen waar door ze hun autonomie en kwaliteit van leven kunnen optimaliseren"
True
False
{"name":"Deel 3: VAHP", "url":"https://www.quiz-maker.com/QPREVIEW","txt":"Over welke benadering gaat het?    Initieel werden mensen met handicap enkel gezien en behandeld door artsen Handicap als concept vindt oorsprong in fysieke toestand (je hebt een ledemaat tekort) Handicap vindt oorzaak in een mentale of fysieke toestand die voorkomen of verbeterd kan worden door medisch, biologisch of genetische interventie, Over welke benadering gaat het?   Strategieën om mensen te helpen om potentieel te bereiken De manieren hoe de functionele beperking verbeterd kan worden en strategieën om mensen te helpen om hun potentieel te bereiken staan centraal. Hoe kunnen mensen het best het leven van ‘normale’ mensen benaderen? Bijvoorbeeld. Enkel prothese indien persoon hier comfortabel mee is Toestand staat centraal, maar meer creatief denken om meer mogelijkheden te geven, Over welke benadering gaat het?   Sterke reactie tegen functionele benadering Bijvoorbeeld. “Handicap is niet het feit dat ik in een rolstoel zit, maar dat ik niet kan participeren in de maatschappij door mijn rolstoel” Beperkingen zijn alleen toe te schrijven aan interactie individu-omgeving Sociale onderdrukking door maatschappij; empowerment om systematische barrières te doorbreken Persoonlijke mogelijkheden en beperkingen zijn niet alleen toe te schrijven aan factoren in het individu, maar aan de interactie tussen individu en omgeving De focus ligt hier op hoe samenlevingen georganiseerd zijn.","img":"https://www.quiz-maker.com/3012/images/ogquiz.png"}
Powered by: Quiz Maker