Ballenzak orthopedagogiek
Orthopedagogiek Kennis Quiz
Test je kennis over orthopedagogiek met deze uitdagende quiz! Ontdek belangrijke concepten en begrippen die van invloed zijn op de hulpverlening aan kinderen met speciale behoeften en gedragsproblemen.
De quiz bevat vragen over:
- Definities van orthopedagogiek
- Diagnostische processen
- Integratieve theorieën
- Preventie van kindermishandeling
1) Wat is de definitie van orthopedagogiek?
De studie van de pedagogische theorie en praktijk gericht op het helpen van kinderen met gedragsproblemen en speciale behoeften
De studie van abnormaal gedrag bij kinderen
Het veld van onderzoek naar genetische factoren die de ontwikkeling van een kind beïnvloeden
De studie van kinderpsychologie en -gedrag in de context van het schoolsysteem
Hoe gebruikt de orthopedagogiek diagnoses om een positieve verandering teweeg te brengen bij een opvoedingsimpasse of POS?
Orthopedagogiek gebruikt diagnoses alleen om de problemen van het kind te categoriseren
Orthopedagogiek neemt diagnoses over van psychologen en psychiaters zonder ze te heroverwegen
Orthopedagogiek is handelingsgerichte diagnostiek, dus we willen iets doen met die diagnose
Orthopedagogiek negeert diagnoses en richt zich uitsluitend op het gedrag van het kind
Wat is het belangrijkste verschil tussen orthopedagogische diagnostiek en psychodiagnostiek?
Orthopedagogische diagnostiek en psychodiagnostiek zijn precies hetzelfde
Orthopedagogische diagnostiek richt zich uitsluitend op de omgevingsaspecten van het kind, terwijl psychodiagnostiek zich ook op de biologische aspecten richt
Psychodiagnostiek richt zich op opvoeding, terwijl orthopedagogische diagnostiek zich richt op het identificeren van psychische stoornissen
Orthopedagogische diagnostiek richt zich op opvoeding, terwijl psychodiagnostiek zich richt op het identificeren van psychische stoornissen
Wat betekent diagnostiek in de context van orthopedagogiek?
Het is het totale diagnostische proces van intake tot advies
Het betekent simpelweg het identificeren van het probleem
Het is het proces van het identificeren van het probleem zonder een specifieke behandeling te bieden
Het is de behandeling van het geïdentificeerde probleem
Wat is een kenmerk van het medisch model van functiebeperking?
Het benadrukt de interactie tussen het individu en de sociale context
Het beschouwt een beperking als een karakteristiek van het individu
Het ziet geen onderscheid tussen lichamelijk en psychisch functioneren
Het beschouwt een beperking als een sociale constructie
Wat is een kenmerk van het ICF-model?
Het maakt geen onderscheid tussen lichamelijk en psychisch functioneren
Het beschouwt een beperking uitsluitend als een medisch probleem
Het houdt geen rekening met de sociale context van het individu
Het legt de nadruk uitsluitend op de psychische functies van het individu
Welk niveau van functioneren wordt door het ICF-model niet onderkend?
Fysiologische en psychologische functies en anatomische eigenschappen
Het vermogen om handelingen te verrichten
Het functioneren als een persoon in een sociale context
De genetische en biologische eigenschappen van een persoon
Wat is een belangrijk verschil tussen het medisch model en het sociaal model van functiebeperking?
Het medisch model beschouwt een beperking als een kenmerk van het individu, terwijl het sociaal model de nadruk legt op de discrepantie tussen het individu en de sociale context
Het medisch model en het sociaal model zijn hetzelfde
Het medisch model richt zich uitsluitend op lichamelijk functioneren, terwijl het sociaal model zich uitsluitend op psychisch functioneren richt
Het medisch model beschouwt een beperking als een sociale constructie, terwijl het sociaal model het als een medisch probleem ziet
Hoe definieert het ICF-model 'beperkingen'?
Het zijn de moeilijkheden die iemand ondervindt bij het deelnemen aan het maatschappelijk leven
Het zijn de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten
Het zijn problemen in lichaamsfuncties en/of -structuren zoals een significant verlies of afwijking
Het zijn de factoren in iemands omgeving die hun functioneren en hun deelname aan het leven belemmeren
Wat is een nadeel van niet-categoriale systemen?
Ze zijn altijd nauwkeurig en betrouwbaar
De resultaten hangen af van de input en kunnen onnauwkeurig zijn als de vragenlijst niet correct is ingevuld
Ze houden geen rekening met de sociale context van het individu
Ze richten zich uitsluitend op de biologische aspecten van het probleem
Waarom is 'classificatie' geen etiologische uitspraak?
Het is slechts een beschrijving van kenmerken en zegt niets over de oorzaak van de problemen
Het geeft de oorzaak van de problemen aan
Het is alleen van toepassing op fysiologische en psychologische functies
Het is alleen van toepassing op activiteiten en participatie
Wat stelt J.F.W. Kok, de grondlegger van orthopedagogiek, over het gedrag van kinderen?
Gedrag van kinderen is een weerspiegeling van hun psychologische stoornissen
Gedrag van kinderen toont welke accenten ze nodig hebben in relatie, klimaat scheppen en situatie om hun ontwikkeling (weer) vlot te krijgen
Gedrag van kinderen is onvoorspelbaar en willekeurig
Gedrag van kinderen is grotendeels genetisch bepaald
Volgens De Ruyter (1999), hoe worden types stagnerende opvoeding gedefinieerd?
Op basis van de aan- of afwezigheid van psychologische stoornissen bij de opvoedeling
Op basis van de leeftijd van de opvoedeling
Op basis van de betekenis die er door de opvoeder (en ook opvoedeling) aan wordt gegeven
Op basis van de sociaal-economische status van de opvoeder
Welke tekorten zijn er volgens de Pedagogische handelingsproblematiek, zoals besproken in de tweede type opvoedprobleem bij De Ruyter?
Tekorten in aandacht, tekorten in gedrag, tekorten in leervermogen
Tekorten in communicatie, tekorten in zelfredzaamheid, tekorten in sociale interactie
Tekorten in emotionele intelligentie, tekorten in cognitieve vaardigheden, tekorten in sociale vaardigheden
Tekorten in kundigheid, tekorten in gemeenzaamheid, tekorten in authenticiteit
Wat zijn de twee spanningsvelden in de orthopedagogische diagnose?
Theoretisch versus praktisch
Individueel versus groepsgericht
Deductief/positivistisch versus inductief/hermeneutisch
Kwantitatief versus kwalitatief
Wat is een nadeel van positivistische diagnostiek?
Het is te theoretisch en niet praktisch genoeg
Het heeft een reductie van werkelijkheid
Het negeert de culturele context van het individu
Het is altijd subjectief
Welke postulaten worden verondersteld in een dialoog volgens de hermeneutische diagnostiek?
Feedback, zelfbewustzijn, assertiviteit, verantwoordelijkheid
Empathie, eerlijkheid, transparantie, gelijkwaardigheid
Professionaliteit, vertrouwelijkheid, respect, geduld
Intentionaliteit, rationaliteit, authenticiteit, uniciteit
Wat is een kritiekpunt van de hermeneutische psychodiagnostiek?
Het is te tijdrovend en arbeidsintensief
Het legt te veel nadruk op de subjectieve ervaring van het individu
Het houdt geen rekening met de culturele en sociale context van het individu
Afwezigheid van theorie en reductie, twijfels over de geldigheid van de interpretatie/verklaring, onduidelijkheid over zin voor interventie
Wat is de betekenis van het getal 30-40% in de context van slachtoffers van geweld?
Het is het percentage slachtoffers met zichtbare letsels op korte termijn.
Het is het percentage slachtoffers dat op lange termijn symptomen vertoont.
Het is het percentage slachtoffers dat op korte termijn geen klinisch significante symptomen vertoont.
Het is het percentage slachtoffers dat permanente letsels heeft.
Wat is een algemene definitie van kindermishandeling?
Het is elke fysieke aanval op een minderjarige door een volwassene.
Het is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie die de ouders of andere personen actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend aan de minderjarige.
Et is elke vorm van mishandeling die plaatsvindt in het gezin.
Het is elke vorm van psychische of emotionele mishandeling van een minderjarige.
Welke van de volgende is GEEN vorm van kindermishandeling?
Fysieke mishandeling
Verwaarlozing
Emotionele mishandeling
Constructieve kritiek
Wat is het verschil tussen incidentie en prevalentie?
Incidentie verwijst naar het aantal nieuwe gevallen over een bepaalde periode, terwijl prevalentie verwijst naar het totale aantal gevallen op een bepaald moment.
Ncidentie en prevalentie verwijzen beide naar het totale aantal gevallen van een ziekte op een bepaald moment.
Incidentie verwijst naar het totale aantal gevallen van een ziekte op een bepaald moment, terwijl prevalentie verwijst naar het aantal nieuwe gevallen over een bepaalde periode.
Er is geen verschil tussen incidentie en prevalentie.
Wat is de kern van het "opvoedingscompetentiemodel" volgens Azar et al.?
Mishandelende ouders hebben een breed en gevarieerd repertoire van opvoedingsstrategieën.
Mishandelende ouders hebben een beperkt en eenzijdig repertoire van opvoedingsstrategieën en een verminderd probleemoplossend vermogen.
Mishandelende ouders hebben over het algemeen een hoger niveau van opleiding.
Mishandelende ouders zijn vaak zelf slachtoffer van mishandeling geweest.
Welke soorten integratieve theorieën worden erkend door Miller en Perrin?
Culturele theorieën en gendertheorieën
Biologische theorieën en psychologische theorieën
Procestheorieën en transactionele theorieën
Behavioristische theorieën en cognitieve theorieën
Welke factor wordt gezien als een protectieve factor tegen de langetermijngevolgen van kindermishandeling?
Een hoge sociaaleconomische status
Een gezonde gehechtheidsband met een volwassene tijdens de kindertijd
Een sterke genetische aanleg
De aanwezigheid van vele broers en zussen
Wat is het primaire doel van primaire preventieprogramma's?
Ze richten zich op de hele bevolking om kindermishandeling te voorkomen.
Ze richten zich op gezinnen waar al sprake is geweest van kindermishandeling.
Ze richten zich op gezinnen waarvan het risico op kindermishandeling groter is dan bij andere.
Ze hebben geen specifiek doel.
Wat gebeurt er als een gezin ten onrechte wordt geïdentificeerd als een risico-gezin in het kader van secundaire preventie van kindermishandeling?
Het gezin krijgt onnodige interventies
Het gezin wordt beschouwd als vals-negatief
Het gezin wordt beschermd tegen toekomstige mishandeling
Het gezin krijgt onvoldoende hulp en steun
Wat betekent "vicarious traumatization" voor professionals die werken met slachtoffers van geweld?
Het veroorzaakt fysieke letsels bij de professional.
Het veroorzaakt een veranderend wereldbeeld, sociale cognities en persoonlijke overtuigingen van de professional in negatief opzicht.
Het heeft geen effect op de professional.
Het veroorzaakt verhoogde stressniveaus bij de professional.
Wat is de basisveronderstelling van secundaire preventieprogramma's in de context van kindermishandeling?
Alle gezinnen hebben een gelijk risico op kindermishandeling
Er is een groter risico op kindermishandeling in sommige gezinnen dan in andere C) Kindermishandeling is al gebeurd
Kindermishandeling is al gebeurd
Kindermishandeling kan alleen worden voorkomen door gemeenschapsondersteuning
Bij welk type preventie van kindermishandeling is er al sprake geweest van mishandeling?
Primaire preventie
Secundaire preventie
Tertiaire preventie
Quaternaire preventie
Wat is het verschil tussen vals-positieven en vals-negatieven in de context van secundaire preventie van kindermishandeling?
Vals-positieven verwijzen naar gezinnen die ten onrechte worden geïdentificeerd als risico-gezinnen, terwijl vals-negatieven verwijzen naar risicovolle gezinnen die over het hoofd worden gezien
Vals-positieven verwijzen naar gezinnen die correct worden geïdentificeerd als risico-gezinnen, terwijl vals-negatieven verwijzen naar gezinnen die ten onrechte worden geïdentificeerd als niet-risicovol
Vals-positieven verwijzen naar gezinnen die ten onrechte worden geïdentificeerd als niet-risicovol, terwijl vals-negatieven verwijzen naar risicovolle gezinnen die correct worden geïdentificeerd
Vals-positieven en vals-negatieven verwijzen allebei naar gezinnen die correct worden geïdentificeerd als risico-gezinnen
Wat is de relatie tussen personen met NAH en dementie en personen met een mentale beperking?
Personen met NAH en dementie behoren tot de doelgroep van personen met een mentale beperking
Personen met NAH en dementie vallen officieel buiten de doelgroep van personen met een mentale beperking, maar worden vaak geconfronteerd met dezelfde problemen
Personen met NAH en dementie hebben niets te maken met personen met een mentale beperking
Personen met NAH en dementie worden beschouwd als een subgroep van personen met een mentale beperking
Welke drie elementen moeten aanwezig zijn om te spreken van een persoon met een verstandelijke beperking?
Beperking in het algemeen intellectueel functioneren, beperkingen in adaptieve vaardigheden, aanwezigheid van de beperking voor het 18e levensjaar
Beperking in het algemeen intellectueel functioneren, aanwezigheid van de beperking voor het 18e levensjaar, genetische aanleg voor de beperking
Beperkingen in adaptieve vaardigheden, aanwezigheid van de beperking voor het 18e levensjaar, beperking in het emotioneel functioneren
Beperking in het algemeen intellectueel functioneren, beperkingen in adaptieve vaardigheden, beperking in het emotioneel functioneren
Wat is de doelstelling van het beschrijven van een persoon met een verstandelijke beperking?
Het is bedoeld om het individu te labelen en te categoriseren
Het is bedoeld om te bepalen welke medicatie het individu nodig heeft
Het is bedoeld om het functioneren van het individu te beschrijven, met het oog op het bieden van verdere ondersteuning
Het is bedoeld om het persoonlijkheidskenmerk van het individu te bepalen
Welke van de volgende benaderingen is GEEN erkende benadering van verstandelijke beperking?
Biomedische benadering
Functionele benadering
Omgevingsbenadering
Genetische benadering
Wat is een belangrijk onderscheid tussen de biomedische en de mensenrechtenbenadering van verstandelijke beperkingen?
De biomedische benadering richt zich op het voorkomen van verstandelijke beperkingen, terwijl de mensenrechtenbenadering zich richt op het behandelen van verstandelijke beperkingen
De biomedische benadering is een verouderde benadering, terwijl de mensenrechtenbenadering de moderne benadering is
De biomedische benadering richt zich op de biologische oorzaken van de beperking, terwijl de mensenrechtenbenadering zich richt op de rechten en waardigheid van de persoon met de beperking
De biomedische benadering en de mensenrechtenbenadering zijn in principe hetzelfde
Wat is volgens de American Psychological Association (APA) de prevalentie van een verstandelijke beperking binnen de gehele bevolking?
10%
.85%
1%
6%
Wat is een factor die de prevalentie van verstandelijke beperkingen kan verhogen?
Verbeterde prenatale diagnostiek en meer afgebroken zwangerschappen
Verbeterde vaccinaties en beheersing van infectieziekten
De geneeskunde die elke dag verbetert, wat betekent dat mensen beter overleven
Alle bovenstaande
Op welke drie gebieden kunnen de oorzaken van verstandelijke beperkingen worden geclassificeerd?
Biologisch, psychologisch, sociaal
Prenataal, perinataal, postnataal
Genetisch, omgevingsgerelateerd, opvoedingsgerelateerd
Fysiek, mentaal, emotioneel
Wat zijn de drie soorten preventie in de context van verstandelijke beperkingen?
Biomedische, functionele, omgevingspreventie
Individuele, sociale, omgevingspreventie
Primaire, secundaire, genetische preventie
Primaire, secundaire, tertiaire preventie
Wat is het IQ-bereik voor lichte verstandelijke beperking?
50/55-70/75
70-85
35/40-50/55
20/25-35/40
Binnen de groep van mensen met een verstandelijke beperking, welk percentage heeft volgens de APA een matige verstandelijke beperking?
1%
10%
85%
0.6%
Welke van de volgende uitspraken over Quality of Life (QOL) is FOUT?
QOL gaat over welbevinden en onafhankelijkheid
QOL is niet uitsluitend gebaseerd op de financiële status van een individu.
QOL gaat over welbevinden, onafhankelijkheid en Kwaliteit van Gezinsleven
QOL is een algemeen concept dat veel aspecten van het leven omvat, maar niet specifiek KvGL
Wat zijn de drie componenten van ZDT (Zelf-Determinatie Theorie)?
Intelligentie, Autonomie, Sociale Cohesie
Competentie, Zelf-determinatie, Verbondenheid
Competentie, Autonomie, Verbondenheid
Intelligentie, Autonomie, Verbondenheid
Wat is NIET een te overwegen aspect bij het opstellen van een ondersteuningsplan volgens het Vijf-stappenmodel voor kinderen met een verstandelijke beperking?
Medische zorgen die nodig kunnen zijn tijdens de geplande activiteit
De kleur van het behang in de kamer van het kind
Mogelijke aanpassingen aan het huis die nodig kunnen zijn voor de activiteit
De vaardigheden en beperkingen van het kind
Wat betreft intellectuele mogelijkheden, welke van de volgende is NIET een kenmerk van 'algemene intelligentie'?
Problemen oplossen
Plannen
Redeneren
Artistieke creativiteit
In het kader van adaptief gedrag bij kinderen met een verstandelijke beperking, welke van de volgende is het minst relevant voor het alledaagse leven?
Conceptuele vaardigheden: begrijpen en hanteren van taal, lezen, schrijven...
Sociale vaardigheden: interpersoonlijk contact, geldende regels...
Praktische vaardigheden: eten, hygiëne, telefoon gebruiken, omgaan met geld...
Het vermogen om geavanceerde wiskundige formules te begrijpen
Wat is het minst waarschijnlijke voorbeeld van participatie in het sociale leven van een kind met een verstandelijke beperking?
Deelname aan activiteiten, evenementen, organisaties
Interacties met anderen
Sociale rollen
Het geven van een openbare lezing over de kwantumfysica
Welk van de volgende aspecten wordt NIET in aanmerking genomen bij het beoordelen van 'gezondheid' in een breed perspectief voor kinderen met een verstandelijke beperking?
Fysiek welzijn
Mentaal welzijn
Sociaal welzijn
Financiële welstand
Volgens het ICF-model, wat zijn de 'externe factoren'?
Competenties en vaardigheden van het individu
Genetische factoren
De omgeving waarin mensen hun dagelijkse leven leiden
Persoonlijke overtuigingen en attitudes
Wat is de 'naaste zone van ontwikkeling' volgens Vygotsky?
Het gebied waarin een kind zelfstandig kan leren
Het gebied waarin een kind alleen met hulp kan leren
Het gebied waarin een kind noch zelfstandig noch met hulp kan leren
Het gebied waarin een volwassene zelfstandig kan leren
Wat is NIET waar over gedrags- en emotionele problemen bij kinderen met een verstandelijke beperking?
30% tot 50% van deze kinderen hebben sociale problemen, aandachtsproblemen, agressie...
Ze hebben een verhoogde kwetsbaarheid voor gedrags- en psychische problemen
Orthopedagogen hanteren een bio-psycho-sociaal model, maar interpreteren dit altijd tegen de achtergrond van het ontwikkelingsniveau en -profiel van het kind
Deze problemen hebben geen verband met omgevingsfactoren
{"name":"Ballenzak orthopedagogiek", "url":"https://www.quiz-maker.com/QPREVIEW","txt":"Test je kennis over orthopedagogiek met deze uitdagende quiz! Ontdek belangrijke concepten en begrippen die van invloed zijn op de hulpverlening aan kinderen met speciale behoeften en gedragsproblemen.De quiz bevat vragen over:Definities van orthopedagogiekDiagnostische processenIntegratieve theorieënPreventie van kindermishandeling","img":"https:/images/course1.png"}
More Quizzes
Deontologie in het bankwezen
1476
Hoe goed kan jij evacueren? (in gemeentehuis Oude Markt)
6380
Quizz Voertuigbediener
1368
De ultieme Farmacologie-quiz voor echte die-hards (132 vragen, op eigen risico!)
1326625
Week van de veiligheid
520
Algemene veiligheid
520
(Quiz 2) Evidence Based Kritisch Handelen
97480
Evidence Based Kritisch Handelen 22-23
94470
Wetskennis toets
10511
The Quirky Quiz Experience
10517
Who Said That?
11616
How Healthy Are You?
520