OMT 2 2223 Proefexamens
Multimedia Usage in Education Quiz
Test your knowledge about research methods and ethical considerations in studies related to multimedia usage among high school students. This quiz covers various aspects of experimental design, sampling techniques, validity, and research ethics.
Key Features:
- Multiple-choice questions
- Focus on psychology and educational research
- Designed for educators and students alike
sociale interacties hebben dan niet-narcistische mensen. Haar eerste taak is vaststellen
welke deelnemers narcisten zijn, en welke dit niet zijn. Ze gebruikt hiervoor een schaal
die ontwikkeld werd door een collega: de Mayo Schaal. Deze bestaat uit 3 vragen:
- Ik denk meestal meer aan mezelf dan aan andere personen.
- Ik heb geen hoge dunk van mezelf.
- Ik denk dat andere mensen me heel speciaal vinden.
gerelateerd concept meet. Ze is dus bezorgd over...
(vorige vraag)
sociale interacties hebben dan niet-narcistische mensen. Haar eerste taak is vaststellen
welke deelnemers narcisten zijn, en welke dit niet zijn. Ze gebruikt hiervoor een schaal
die ontwikkeld werd door een collega: de Mayo Schaal. Deze bestaat uit 3 vragen:
- Ik denk meestal meer aan mezelf dan aan andere personen.
- Ik heb geen hoge dunk van mezelf.
- Ik denk dat andere mensen me heel speciaal vinden.
gerelateerd concept meet. Ze is dus bezorgd over...
trager naar de lift wandelden, maar enkel wanneer de proefleiders dit ook verwachtten.
Wanneer de proefleiders het omgekeerde verwachtten (i.e., sneller wandelen) had het concept geen invloed op wandeltempo. We besluiten dat proefleider verwachtingen een belangrijke rol spelen in het onbewust be¨ınvloeden van gedrag.
klein lampje brandt een verhoogd risico lopen om op latere leeftijd bijziendheid te ontwikkelen. Men verzamelde informatie over 3 dichotome variabelen: bijziendheid bij de ouders (ja/nee) ; bijziendheid bij het kind (ja/nee); nachtlampje aan tijdens het slapen als baby (ja/nee). Veronderstel dat onderstaande contingentietabellen het resultaat van deze studie zouden weergeven:
(zie tabel)
Ga na in welke mate “al dan niet als baby slapen met nachtlicht” toelaat om betere
voorspellingen te maken over bijziendheid bij kinderen, wanneer je controleert voor de
bijziendheid van de ouders.
Deci en Ryan (1985) hebben voorgesteld dat er drie fundamentele noden (needs) zijn die vereist zijn groei en vervulling van mensen: een relationele nood (need for relatedness), nood aan autonome (need for autonomy), en nood aan competentie (need for competence). Els voorspelt dat studenten die deze noden kunnen vervullen in de lessen aan de universiteit zich gelukkiger en tevredener voelen in de les. Ze verzamelt data en vindt dat studenten wiens relationele en competentie noden vervuld zijn zich inderdaad gelukkiger voelen, maar vervulling van de nood voor autonomie lijkt geen impact te hebben op geluk. Els denkt dat de nood voor autonomie mogelijk enkel relevant is wnr mensen zich in situaties bevinden waarin ze niet geëvalueerd worden.
De uitspraak v Deci en Ryan dat de 3 noden vereist zijn voor groei en vervulling van mensen is een vb van:
Karel leest de krant en ziet de titel van volgend artikel: “Mannen moeten vermijden om naar rock muziek te luisteren als ze gezelschapsspellen spelen”. Het artikel omschrijft resultaten v een onderzoek van Francourt, Burton, & Williamson (2016) waarin mannen en vrouwen het spel “Dr. Bibber” speelden terwijl ze naar verschillende soorten muziek luisterden. Mannelijke participanten haalden slechtere resultaten wnr ze naar AC/DC luisterden dan wnr ze naar Mozart luisterden, maar vrouwelijke participanten hun resultaten werden niet beïnvloed door het soort muziek waarnaar ze luisterden.
Welk van onderstaande is een variabele in deze studie?Dr. Sheffield is een klinische psycholoog die gespecialiseerd is in het behandelen v pathologisch gokken. Pathologisch gokken wordt gedefinieerd als niet in staat zijn om te weerstaan aan de drang om te gokken. Dr. Sheffield stoort zich aan het feit dat hij geen goede test heeft die hij kan gebruiken om te bepalen of zijn cliënten deze pathologie vertonen. Daarom ontwikkelt hij zijn eigen nieuwe test om pathologisch gokken te meten. De test bestaat uit 15 vragen, en het duurt ongeveer 20min om in te vullen.
Als de test van Dr. Sheffield niet echt pathologisch gokken meet, dan ontbreekt zijn test welk van onderstaande kenmerken?
Prof. Kramer heeft beslist om te meten hoe tevreden zijn studenten zijn met zijn lessen dit semester. Hij doceert dit semester 2 vakken; Forensische Psychologie en Inleiding tot de Neurowetenschappen. Hij geeft zijn studenten een vragenlijst.
43 van de 50 studenten die Inleiding tot de Neurowetenschappen volgen en 46 van 48 studenten die Forensische Psy volgen, vullen deze vragenlijst in. Wat kan Dr. Kramer zeggen, obv deze informatie?
Prof. Kramer heeft beslist om te meten hoe tevreden zijn studenten zijn met zijn lessen dit semester. Hij doceert dit semester 2 vakken; Forensische Psychologie en Inleiding tot de Neurowetenschappen. Hij geeft zijn studenten een vragenlijst.
Wat is naar alle waarschijnlijkheid de population-of-interest van Dr. Kramer?
Dr. Lonsbary is een cognitief psycholoog die wil onderzoeken hoe humeur een impact heeft op geheugen. Ze rekruteert 60 studenten en verdeelt hen in 3 groepen. Groep A moet gedurende 5min luisteren naar vrolijke muziek zodat ze een positief humeur krijgen. Groep B moet gedurende 5min luisteren naar droevige muziek zodat ze een negatief humeur krijgen. Groep C moet niet naar muziek luisteren maar wordt gevraagd om gedurende 5min te wachten (zodat ze een neutraal humeur krijgen).
Wnr een participant in het labo toekomt, begroet Dr. Lonsbary de participant en vraagt hem/ haar om een dobbelsteen te gooien. Bij een 1 of 2 wordt de participant in groep A ingedeeld, bij een 3 of 4 wordt de participant in groep B ingedeeld, bij een 5 of 6 wordt de participant in groep C ingedeeld. De participanten krijgen dan een niet-gemarkeerde CD waarnaar ze moeten luisteren obv hun groepsindeling. De CD bevat ofwel een blij of een droevig nummer, of bevat een 5min durende stilte. Ze worden dan vergezeld naar een volgende ruimte, waar ze begroet worden door de onderzoeksassistent die het experiment zal begeleiden. De OZ-assistent plaatst alle deelnemers voor een computer scherm en zegt dat er een lijst met 25 woorden zal verschijnen op het scherm. Ze krijgen de instructie om naar de CD te luisteren met hun hoofdtelefoon en om ondertussen de lijst met woorden te memoriseren. Alle participanten krijgen dezelfde lijst met woorden om te onthouden (bv. bureau, grijs, auto, masker).
Wnr de 5min voorbij zijn, verschijnt er een vraag op het scherm waarmee ze kunnen aangeven of ze zich blij, droevig, of neutraal voelen. Nadat de deelnemers deze vraag beantwoorden, verschijnt een nieuw scherm waarin gevraagd wordt om alle woorden te typen die ze zich kunnen herinneren vd lijst met 25 woorden. Alle participanten krijgen 3min om de woorden te typen. De deelnemers worden nadien bedankt en mogen vertrekken.
Bij de vraag die naar hun humeur peilt, geven de meeste participanten uit groep A aan dat ze zich blij voelen, de meeste participanten uit groep B geven aan dat ze zich droevig voelen, en de meeste participanten uit groep C geven aan dat ze zich neutraal voelen. Dr. Lonsbary vindt de volgende resultaten wnr ze de data analyseert:
Welk v onderstaande is de afhankelijke variabele in het onderzoek van Dr. Lonsbary?
Tabel 1: Verschillen in Openness to experience obv kenmerken v participanten.