Oefentoets: Onderdeel Zuurstof

Vraag 1: 
 
Je hebt een cilinder van 10 liter. De manometer geeft 125 atmosfeer aan. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder?

...(atm) x...l (cilinder)=....l zuurstof

 

Vraag 2: 
 
Je hebt een cilinder van 5 liter. De manometer geeft 100 bar aan. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder?

...(bar) x...l (cilinder)=....l zuurstof

Vraag 3:
 
vul in: 2 L zuurstofcilinder x ___ bar = 76 L zuurstof in de fles
Vraag 4:
 
Een patiënt ligt op de verloskamer en is erg moe, omdat de bevalling al lang duurt. ter verlichting krijgt zij 0,5 L zuurstof per minuut. Je heb teen zuurstoffles van 10 L met 110 bar. De bevalling duurt uiteindelijk nog 2,5 uur. Hoeveel liter zuurstof moet je nog toedienen?
Vraag 5:
 
Vul in: 40 L zuurstofcilinder x ___ bar = 1680 liter zuurstof in de fles.
Vraag 6:
 
Een patiënt krijgt 1 liter zuurstof met minuut. Je hebt een cilinder van 10 L. Waarvan de druk 75 bar is. Het is 22:00 uur 's avonds. De volgende ochtend om 8:00 uur zal de cilinder worden vervangen. Hoeveel zuurstof km je te kort of heb je over?
Vraag 7:
 
Een zuurstofcilinder van 10 L zit nog 440 L zuurstof in. Bereken de bar wat je op de manometer kunt aflezen.
Vraag 8:
 
Een cilinder heeft een inhoud van 10 L. Een patiënt krijgt 3 L zuurstof per minuut en zal 3 uur van de afdeling zijn voor onderzoek. Hoeveel bar moet de manometer mini maal aangeven, opdat het aantal liter zuurstof in de cilinder nog voldoende is?
Vraag 9:
 
Een patiënt heeft 2 flessen zuurstof. 1 fles van 2 L met 75 bar en 1 fles van 2 L met een druk van 90 bar. De patiënt heeft 2,5 L zuurstof pet minuut nodig. Hoelang kan deze patiënt hiermee doen?
Vraag 10:
 
Je hebt een cilinder van 10 liter. De manometer geeft 125 atmosfeer aan. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? …(atm) x…l (cilinder)=….l zuurstof
Vraag 11:
 
Je hebt een cilinder van 5 liter. De manometer geeft 100 bar aan. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder?
 
 
…(bar) x…l (cilinder)=….l zuurstof
Vraag 12:
 
Je hebt een 10 liter cilinder zuurstof (grijze cilinder, witte hals met zwarte band). De manometer geeft 60 bar aan. Een zorgvrager krijgt 2 liter zuurstof per minuut toegediend. Hoe lang kan de zorgvrager met deze cilinder doen?
Vraag 13:
 
Een cilinder heeft een inhoud van 10 L. Een patiënt krijgt 3 L zuurstof per minuut en zal 3 uur van de afdeling zijn voor onderzoek. Hoeveel bar moet de manometer minimaal aangeven, opdat het aantal liter zuurstof in de cilinder nog voldoende is.
Vraag 14:
 
Een patiënt heeft 2 flessen zuurstof. 1 fles van 2 L met 75 bar en 1 fles van 2 L met een druk van 90 bar. De patiënt heeft 2,5 L zuurstof per minuut nodig. Hoelang kan deze patiënt hiermee doen?
Vraag 15:
 
Dhr. Boenders krijgt 1,5 L zuurstof per minuut. Je hebt een cilinder van 10 L waarvan de druk 90 Bar is. Het is 22:00 uur. de volgende ochtend om 7:00 uur zal de cilinder vervangen worden.
 
Hoeveel zuurstof kom je te kort of heb je over?
0
{"name":"Oefentoets: Onderdeel Zuurstof", "url":"https://www.quiz-maker.com/QZMM657OE","txt":"Vraag 1:    Je hebt een cilinder van 10 liter. De manometer geeft 125 atmosfeer aan. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? ...(atm) x...l (cilinder)=....l zuurstof, Vraag 2:    Je hebt een cilinder van 5 liter. De manometer geeft 100 bar aan. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? ...(bar) x...l (cilinder)=....l zuurstof, Vraag 3:   vul in: 2 L zuurstofcilinder x ___ bar = 76 L zuurstof in de fles","img":"https://www.quiz-maker.com/3012/images/ogquiz.png"}
Powered by: Quiz Maker