Unlock hundreds more features
Save your Quiz to the Dashboard
View and Export Results
Use AI to Create Quizzes and Analyse Results

Sign inSign in with Facebook
Sign inSign in with Google
Score

37/39

Toets behaald
Gefeliciteerd, je hebt deze toets behaald!
In de laatste toets nemen we alle nieuwe vragen op het CBR examen door:
 
Kopie van Kopie van Kopie van Kopie van Kopie van Zonder titel
{"name":"Proefexamen 4 - Videocursus", "url":"https://www.quiz-maker.com/results567972-3DD91db5-QEC5FQRT","txt":"0","img":"https://cdn.poll-maker.com/56-2249801/5f476674-9612-4d72-a4cd-b07223e6968a-1-.jpg?sz=1200"}
Als je een aanvaring hebt gehad en beide partijen kunnen hun vaart voortzetten, dan is men verplicht volgens het Wetboek van Koophandel:
de gegevens uit te wisselen, de politie en de vaarwaterbeheerder in kennis te stellen.
de gegevens uit te wisselen.
de gegevens uit te wisselen en Rijkswaterstaat in kennis te stellen.
de gegevens uit te wisselen en de politie medewerking te verlenen bij het onderzoek.
Het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) is NIET van kracht op:
het IJsselmeer.
de Boven- en Neder-Rijn.
de Waddenzee.
de Oosterschelde.
Een 'klein schip' is volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) een schip, waarvan de lengte minder is dan:
7 meter.
15 meter.
20 meter.
25 meter.
Een klein zeilend schip van 9 meter, dat ook de motor gebruikt moet volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) 's nachts en bij slecht zicht ook overdag de volgende navigatielichten voeren:
het driekleurenlicht, boordlichten en heklicht.
het driekleurenlicht en onder dit licht een wit toplicht.
een wit toplicht, boordlichten en het heklicht.
een rondom schijnend wit licht, boordlichten en heklicht.
Overdag zie je een schip dat een geel flikkerlicht voert. Dit is een schip dat:
gevaarlijke stoffen vervoert.
bezig is met werkzaamheden.
belast is met toezichthoudende taak.
een groot schip dat synchroon met het gele flikkerlicht geluidssignalen geeft.
Een op een hoofdvaarwater varend groot schip wil een nevenvaarwater invaren dat aan zijn stuurboordzijde ligt. Hij heeft hierbij de medewerking van de overige scheepvaart nodig. Welk geluidssein moet dit schip volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) geven?
Twee lange stoten en één korte stoot.
Eén lange stoot en één korte stoot.
Drie lange stoten en één korte stoot.
Drie lange stoten en twee korte stoten.
Een opvarend schip op de Maas dat aan stuurboord de weg vrijlaat voor een afvarend schip, toont:
een lichtblauw bord met witte rand en een rondom schijnend wit flikkerlicht.
geen teken.
een blauwe vlag op het voorschip.
een lichtblauw bord met zwarte rand.
In een smal vaarwater wordt klein zeilschip Y opgelopen door klein zeilschip X. De wind komt van stuurboord in. Wat moet er volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) gebeuren?
Schip Y wijkt uit naar bakboord en schip X passeert aan de loefzijde.
Schip X mag niet voorbijlopen en moet wachten op ruimer water.
Schip Y wijkt uit naar stuurboord en schip X loopt aan de lijzijde van schip Y voorbij.
Klein motorschip F vaart op het hoofdvaarwater en wil rechtdoor. Groot motorschip K komt uit het nevenvaarwater en nadert bord B.9a. Wat is juist volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)?
Schip K mag bij het uitvaren van de haven 'medewerking verlangen' van schip F. Schip F moet meewerken.
Schip K moet voorrang verlenen aan klein schip F, vanwege het B.9a bord..
Schip F moet voorrang verlenen aan schip K, omdat F klein is en K groot.
Op welke van de volgende plaatsen mag je volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) ligplaats nemen met een schip:
Bij een keerplaats voor de scheepvaart aangeduid door het voorgeschreven teken.
Op een afstand van 50 meter vanaf een schip met gevaarlijke lading dat één kegel voert.
Onder een brug of hoogspanningslijn.
Bij een haveningang.
Mag volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) een schip zich met de stroom laten meedrijven, zonder dat het van een middel tot voortbeweging gebruik maakt?
Slechts als dit zonder hinder voor de scheepvaart kan.
Ja.
Nee.
Ja, maar bij slecht zicht niet.
Je ligt afgemeerd in een passantenhaven. Er komt een boot aan met passagiers die ook wil afmeren. Moet je volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) toestaan dat dit schip langszij bij je aanlegt en mogen zijn passagiers over jouw boot naar de kade?
Nee, je mag dit weigeren.
Ja, je moet dit toestaan.
Nee, dit hoef je niet toe te staan als er voor en achter je nog plaats is voor het andere schip om aan de kade af te meren.
Drie kleine schepen varen op ruim water. Er is gevaar voor aanvaring. Klein zeilschip Peter ligt over bakboordboeg en klein zeilschip Dirk over stuurboordboeg. Klein motorschip Rob nadert. Wat is volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) de volgorde van voorrang verlenen?
Rob verleent voorrang aan Dirk en Dirk verleent voorrang aan Peter.
Rob verleent voorrang aan Peter en Peter verleent voorrang aan Dirk.
Peter verleent voorrang aan Rob en Rob verleent voorrang aan Dirk.
Draagt de eigenaar, die niet aan boord is, mede zorg voor het naleven van de inrichtingsvoorschriften van een snelle motorboot? Antwoord met 'JA' of 'NEE'.
Ja.
Nee.
Een snelle motorboot is een boot waar harder mee gevaren kan worden dan 20 km per uur. Wat is de minimum leeftijd om deze te mogen besturen?
16 jaar
21 jaar.
18 jaar.
12 jaar.
Groot schip Jim is in de opvaart op een rivier. JIJ bent klein schip Ed in de afvaart. Aan de rechteroever is een zandbank/ondiepte. Wat moet er gebeuren volgens het Rijnvaartpolitiereglement (RPR)?
Je moet voorrang verlenen omdat Ed klein is en Jim groot.
Je moet voorrang verlenen omdat de ondiepte aan uw zijde is.
Jim moet voorrang verlenen.
Welke dagtekens mag een drijvend werktuig in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) gebied ook voeren in plaats van de rode bal en de groene ruiten?
Rode en groene vierkante borden.
Bal – ruit – bal onder elkaar gehesen.
De borden groen – wit - groen verticaal en rood – wit - rood horizontaal gestreept.
Moet Men in het Nederlandse Rijnvaartpolitiereglement (RPR) gebied aan boord van een snelle motorboot een registratiebewijs hebben?
Ja, verstrekt door de Rijncommissie.
Ja, hetzelfde registratiebewijs als bij het BPR.
Nee.
De twee accubatterijen zijn zo geschakeld dat de spanning gelijk is aan?
6 V
12 V
24 V
De spanning van de V–snaar op de waterpomp en/of dynamo moet je regelmatig controleren. De spanning is correct als men de snaar:
ongeveer 4 centimeter kan indrukken.
maximaal 2 centimeter kan indrukken.
minder dan 1 centimeter kan indrukken.
Wat is het nadeel van poederblussers?
Deze kunnen alleen in gesloten ruimten gebruikt worden.
Deze kunnen schade veroorzaken aan elektrische apparatuur en metalen bij nat worden na het blussen.
Deze hebben geringe bluswerking.
we raden aan een reddingsboei overdag te voorzien van een joon. Een joon dient om:
de ligging van de boei beter zichtbaar te maken.
het drijfvermogen van de boei te vergroten.
het wegdrijven (verlijeren) van de boei tegen te gaan.
Het thermisch beveiligd zijn van een gastoestel wil zeggen dat:
het toestel beveiligd is tegen oververhitting.
het toestel steeds op dezelfde temperatuur blijft.
de gastoevoer wordt gestopt als de gasvlam dooft.
de gasvlam vermindert als de vlam te hoog wordt.
Hoe kan je het best een radarreflector plaatsen of hangen?
Volgens afbeelding 1, diagonaal.
Volgens afbeelding 2, recht van onder.
Maakt niet uit, geen voorkeur.
Met de punt naar voren.
Een vaartuig is uitgerust met een ingebouwde benzinemotor. Voor je de motor start moeten met het oog op de veiligheid enige handelingen worden verricht. De belangrijkste handeling is:
De motorruimte ventileren.
Het smeeroliepeil en het waterpeil controleren.
De benzinetank ontluchten en condenswater aftappen.
Wat kunnen spitse groene tonnen als topteken hebben:
Een groene kegel.
Een groene bol.
Een groene cilinder.
Een onderbroken licht (Oc) is een licht waarvan:
De verduistering even lang is als het schijnsel.
Het schijnsel langer is dan de verduistering.
De verduistering langer is dan het schijnsel.
Je vaart in een kanaal met vaste bruggen. De doorvaarthoogte is volgens de kaart 35 dm (gegeven in decimeters ten opzichte van het kanaalpeil). De vaarweg is volgens de kaart 10 dm diep (gegeven in decimeters ten opzichte van het kanaalpeil). KP = NAP – 2 dm. De waterstand in het kanaal kan variëren. De hoogte van uw schip bedraagt 25 dm. Je wilt 1 dm over houden tijdens onderdoor varen van de brug. De diepgang van uw schip bedraagt 10 dm. Je wilt 1 dm kielspeling overhouden. Wat is juist om, met de gewenste speling, onder de brug door te kunnen varen?
De waterstand mag niet hoger dan NAP + 7 dm en niet lager dan NAP – 1 dm zijn.
De waterstand mag niet hoger dan NAP + 11 dm en niet lager dan NAP + 3 dm zijn.
De waterstand mag niet hoger dan NAP + 8 dm en niet lager dan NAP – 1 dm zijn.
Dit bord betekent dat:
De breedte van het kanaal slechts 10 meter is.
De hoogte beperkt is tot 10 meter.
Het vaarwater slechts 10 meter diep is.
De vaargeul zich op 10 meter van de linkeroever bevindt en dat je 10 meter uit de oever moet blijven.
Windkracht 6 is een:
Vrij krachtige wind.
Harde wind.
Krachtige wind.
Matige wind.
Je vaart in het donker afvarend op een rivier en ziet een veerpont aan de rechteroever. Deze voert een groen en een wit licht onder elkaar en het groene boordlicht. Wat is volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) juist?
Je ziet de bakboordzijde van een vrijvarende veerpont die net wegvaart.
Je ziet een vrijvarende veerpont die stil ligt en buiten dienst is.
Je ziet de stuurboordzijde van een niet-vrijvarende veerpont die net vertrekt.
Je ziet de stuurboordzijde van een vrijvarende pont die net aankomt.
Groot schip Tom vaart in het midden van een zeer smal kanaal. Klein schip Kees volgt de stuurboordzijde van het kanaal. Wie moet volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) bij gevaar voor aanvaring voorrang verlenen?
Klein schip Kees, omdat een klein schip beter kan manoeuvreren.
Klein schip Kees wijkt uit naar bakboord.
Groot schip Tom moet voorrang verlenen, omdat het niet de stuurboordzijde van het vaarwater volgt.
Klein schip Kees, omdat kleine schepen verder naar stuurboord kunnen.
Is een radarreflector verplicht op kleine schepen? volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)
Altijd.
Alleen op grote schepen.
Nooit verplicht op kleine schepen.
Alleen verplicht bij slecht zicht op de Bijlage 15b vaarwegen.
Je ziet 's nachts boven in de mast deze extra verlichting. Wat voor een boot is dit?
Een vissersboot of een veerpont.
Een beperkt manoeuvreerbaar schip.
Een vissersboot.
Tijdens het schutten in een sluis verbiedt het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) om ligplaats te nemen tussen de sluisdeur en de stopstreep op de muur. Waarom moet die ruimte vrij blijven?
Omdat voorbij de stopstreep geen bolder (verhaalpot) is.heidsmarge voor de sluisdeuren aan te geven.
Om een veiligheidsmarge voor de sluisdeuren aan te geven.
Omdat tijdens het schutten voorbij de stopstreep te veel kolking is.
Waar moet een klein schip volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) rekening mee houden bij het keren?
Een klein schip moet bij het keren voorrang verlenen aan een groot schip.
Dit is niet in het BPR geregeld.
Het is verboden te keren als een klein schip kleine en/of grote schepen hindert.
Een groot schip moet te gelijk met een geluidssein een helder rondom schijnend lichtsein tonen. Dit noemen we het fluitlicht. Welke kleur heeft dit fluitlicht?
Wit.
Rood.
Geel.
Groen.
Je vaart met een klein schip met slecht zicht. Wanneer moet je op radar varen?
Op sommige wateren van het RPR.
Op alle wateren van het BPR.
Op sommige wateren van het BPR en op alle wateren van het RPR.
Op sommige wateren van het BPR en sommige wateren van het RPR.
wat is juist ten aanzien van de inrichting van de gasbun?
Deze moet worden afgezogen met een vonkvrije ventilator.
Deze moet voorzien zijn van een gasdetector.
Deze moet boven en onder voorzien zijn van een ventilatiegat.
Deze moet alleen bovenin voorzien zijn van een ventilatiegat.
Hoe kan worden voorkomen dat condens in de brandstoftank komt?
Door de tank altijd zo vol mogelijk te hebben.
Door zo weinig mogelijk brandstof in de tank te hebben.
Door de tank halfvol te hebben.
Make a Quiz
It's free to start.
Powered by: Quiz Maker