(Quiz 2) Evidence Based Kritisch Handelen

Narratieve beschrijving en kwalitatieve analyses van casussen. Nuttig om uit te leggen hoe specifieke vormen van begeleiding/therapie werkt. Resultaat kan het gevolg zijn van ideosyncratische reactie van een specifieke client, gebiased observatie door Th, gebeurtenissen niet gerelateerd aan begeleiding, onvoldoende goede evaluatie, aandacht en maturatie, …

Bewijs dat het resultaat niet het gevolg is van de indeosyncratische reactie van client. Maar resultaat kan nog altijd het gevolg zijn van gebeurtenissen niet gerelateerd aan begeleiding, onvoldoende goede evaluatie, aandacht en maturatie, …

Generally, evidence (…) should be based on ______, reasonable _____, statistical and _______ significance, and a body of supporting evidence

- Specifieke problemen, geen co-morbiditeit

- Vaak in labo of Universiteit

- Cliënten streng geselecteerd met inclusie en exclusiecriteria en worden gedecontextualiseerd

- Therapeut getrained, gesuperviseerd, kleine caseload,...

- Flexibel geïmplementeerd

- In routineomstandigheden

- Gewone therapeuten en gewone cliënten (dus co-morbiditeit)

Dit omvat het registeren van kenmerken van de doelgroep, het personeel of de interventieactiviteiten. _____ kan ook het routinematig in kaart brengen van de vooruitgang of achteruitgang van de client inhouden. Therapeuten hebben op deze manier een beter zicht op het proces dat de cliënt doormaakt en kunnen tijdig bijsturen. Onderzoek toont trouwens aan dat het leidt tot betere resultaten.

Er wordt geen ordening gemaakt van NIET effectieve interventies. Het niet-voorkomen van een interventie in de lijsten (zie bv. Chambeless & Ollendick, 2001), kan het gevolg zijn van:

Psychotherapie is effectief

- Zowel voor kinderen als volwassenen

- Er blijkt niet veel verschil te zijn tussen de verschillende scholen wat volwassenen betreft

- Bij kinderen en jongeren zijn gedragsgeoriënteerde behandelingen effectiever (Weisz et al., 1995; Casey & Berman, 1985)

- EBP zijn effectiever dan CAU

- Jeugdhulp is effectief d = .40

Maar welke kanttekening die je hierbij kan maken is juist?

Psychotherapie is effectief

- Zowel voor kinderen als volwassenen

- Er blijkt niet veel verschil te zijn tussen de verschillende scholen wat volwassenen betreft

- Bij kinderen en jongeren zijn gedragsgeoriënteerde behandelingen effectiever (Weisz et al., 1995; Casey & Berman, 1985)

- EBP zijn effectiever dan CAU

- Jeugdhulp is effectief d = .40

Maar welke kanttekening die je hierbij kan maken is juist?

- Bootcamps

- Groepstherapie voor jongeren met gedragsproblemen (omwille van de contaminatie)

- Scare straight programma’s (bv. Visits by at-risk youth to adult prisons, where youth hear about the harsh reality of prison life from inmates)

- Critical incident stress debriefing bij trauma

- Rouwbegeleiding in het geval van “normale” rouw

- Hechtingstherapie

- Behandelingen met hoge drop-out

 

Dit zijn voorbeelden van?

• Flexibiliteit
• Eerlijkheid
• Respect
• Betrouwbaarheid
• Zelfzekerheid
• Warmte
• Interesse voor de client
• Openheid

• Exploreren
• Reflecteren
• Therapeutisch succes opmerken
• Accurate interpretaties maken
• Uitdrukking van emoties faciliteren
• Aansluiten bij de ervaring van de client

After introducing variation, all effective forms of psychotherapy involve a process for reviewing which changes are working to achieve the client’s goals, and which aren’t. 

_____ is key to diagnosis and treatment because no psychological attribute is always useful. Good psychotherapy will always consider the _____ of a client’s particular life situation when designing behavioural changes, as behaviour that is adaptive in one situation, may be maladaptive in another.

_____ is the evaluation of patient outcomes with psychometrically sound instruments at least pre- and posttreatment, but which may occur more frequently. The purpose of ______ is to assess the effectiveness of the treatment for symptom reduction, quality of life, and other areas of functioning deemed important by the patient and provider

_____ refers to the regular assessment of patient progress during therapy (e.g., weekly or biweekly) with psychometrically sound instruments followed by feedback to the therapist on the status of the patient relative to standardized norms and relative to the patient’s own status in previous weeks or sessions (Overington & Ionita, 2012).

Volgens deze operationalisatie valt de cliënt aan het einde van de therapie niet langer binnen het bereik van de disfunctionerende groep. Dit bereik wordt gedefinieerd als ten minste twee standaarddeviaties verwijderd van het gemiddelde van de disfunctionerende referentiegroep. Voor deze bepaling is de scoreverdeling van de ‘gezonde’ groep niet relevant. Het volstaat het gemiddelde en de standaarddeviatie van de disfunctionele groep te kennen

Beschouw elke casus als een “onderzoek”, waar je het probleem definieert, hypothesen stelt en deze toetst en waar je op zoek gaat naar de laatste literatuur en evidentie.

Dit is een voorbeelddefinitie van een clinicus.

Hiërarchisch systeem met brede constructen aan de top en homogene 'symptoomcomponenten' onder in de hiërarchie.

Dimensioneel, maar staat open voor categorieën als daar empirische evidentie voor blijkt te zijn.

Welke zijn de activiteiten? Op welke manier worden deze uitgevoerd? Wat is de onderlingen afstemming ervan?

Dit zijn vragen die betrekking hebben op:

Eerste orderning:

- cliënttevredenheidsmeting

- doelrealisatieonderzoek

 

Tweede orderning:

- ongecontroleerde gevalstudies

- niet-gecontroleerde doelrealisatie- of veranderingsonderzoek

- N=1-onderzoek

- Randomised controlled trials

- Goal-free evaluaties

 

Dit zijn allemaal vormen van?

Het _____ kan worden omschreven als een hypothesetoetsing bij één individuele persoon. De hypothese betreft de relatie tussen de interventie en het gedrag van de persoon. Door na te gaan hoe het gedrag van de persoon varieert met de conditie waarin de persoon verkeert (behandelconditie of niet-behandelconditie) kunnen oorzaak-gevolgrelaties worden onderzocht bij één persoon.

Door het willekeurig toewijzen van participanten aan de experimentele of controlegroep wordt getracht een systematische beïnvloeding van de resultaten door (ongekende) storende variabelen te voorkomen.

In de _____ wordt kennis gegenereerd door reflectie over en observatie van de klinische praktijk. De gegevens worden gegenereerd met kwalitatieve en inductieve onderzoeksmethoden en aangevuld met inzichten uit teamvergaderingen en theorieën.

De doeltreffendheid van de interventie in een reguliere klinische setting met gewone cliënten en met therapeuten met een reguliere case-load moet echter nog worden aangetoond (effectiveness). Dat gebeurt in de _____.

Een interventie doeltreffend voor een specifieke groep cliënten in de onderzoekspraktijk moet worden _____ zodat ze kan worden toegediend aan een unieke client in een klinische praktijk.