Cognitieve gedragstherapie 2324

UCS
Ongeconditioneerde prikkel of stimulus
Ongeconditioneerde reactie
Geconditioneerde prikkel of stimulus
Geconditioneerde reactie
UCR
Ongeconditioneerde prikkel of stimulus
Ongeconditioneerde reactie
Geconditioneerde prikkel of stimulus
Geconditioneerde reactie
CS
Ongeconditioneerde prikkel of stimulus
Ongeconditioneerde reactie
Geconditioneerde prikkel of stimulus
Geconditioneerde reactie
CR
Ongeconditioneerde prikkel of stimulus
Ongeconditioneerde reactie
Geconditioneerde prikkel of stimulus
Geconditioneerde reactie
Ongeconditioneerde prikkel of stimulus
UCS
UCR
CS
CR
Ongeconditioneerde reactie
UCS
UCR
CS
CR
Geconditioneerde prikkel of stimulus
UCS
UCR
CS
CR
Geconditioneerde reactie
UCS
UCR
CS
CR
Stimulus die inherent een betekenis heeft (positief of negatief)
UCS
UCR
CS
CR
Reactie die inherent (reflexmatig) voortkomt uit de confrontatie met de UCS
UCS
UCR
CS
CR
Stimulus die voorheen neutraal was, maar zijn betekenis verkregen heeft door associatie met de UCS
UCS
UCR
CS
CR
Reactie die voorkomt uit confrontatie met de CS
UCS
UCR
CS
CR
Stimulus die inherent een betekenis heeft (positief of negatief)
Ongeconditioneerde Prikkel of Stimulus
Ongeconditioneerde Reactie
Geconditioneerde Prikkel of Stimulus
Geconditioneerde Reactie
Reactie die inherent (reflexmatig) voortkomt uit de confrontatie met de UCS
Ongeconditioneerde Prikkel of Stimulus
Ongeconditioneerde Reactie
Geconditioneerde Prikkel of Stimulus
Geconditioneerde Reactie
Stimulus die voorheen neutraal was, maar zijn betekenis verkregen heeft door associatie met de UCS
Ongeconditioneerde Prikkel of Stimulus
Ongeconditioneerde Reactie
Geconditioneerde Prikkel of Stimulus
Geconditioneerde Reactie
Reactie die voorkomt uit confrontatie met de CS
Ongeconditioneerde Prikkel of Stimulus
Ongeconditioneerde Reactie
Geconditioneerde Prikkel of Stimulus
Geconditioneerde Reactie
Een leerproces waarbij een voorheen neutrale prikkel (d.w.z. Een stimulus die niet intrinsiek appetitief of aversief is; CS; bel) geassocieerd wordt met een inherent aangename of positieve prikkel (UCS; voedsel)
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Extinctie
Inhibitorische conditionering
Een leerproces waarbij een voorheen neutrale prikkel (witte rat) geassocieerd wordt met een inherent onaangename of negatieve prikkel (luid lawaai).
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Extinctie
Inhibitorische conditionering
Doet zich voor wanneer de CS, na acquisitie, enige tijd niet meer gevolgd wordt door de UCS.
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Extinctie
Inhibitorische conditionering
Is het leren van een verband tussen een CS en het niet voorkomen van de UCS.
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Extinctie
Inhibitorische conditionering
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Inhibitorische conditionering
Extinctie
Acquisitie
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Inhibitorische conditionering
Extinctie
Acquisitie
Linker =
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Inhibitorische conditionering
Extinctie
Acquisitie
Rechter =
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Inhibitorische conditionering
Extinctie
Acquisitie
Appetitive conditionering
Aversieve conditionering
Inhibitorische conditionering
Extinctie
Acquisitie
Verschillende keren een milde UCS (schock) heeft hetzelfde effect als één intens aversieve UCS
Summatie
Differentiatie
Generalisatie
Hogere orde conditionering
Rol van context
Contiguïteit en contingentie
Het leren onderscheiden van wat ‘veilig’ is (CS-) en wat eerder onveilig is (CS+)
Summatie
Differentiatie
Generalisatie
Hogere orde conditionering
Rol van context
Contiguïteit en contingentie
De CR op een CS breidt zich uit naar prikkels die lijken op deze CS
Summatie
Differentiatie
Generalisatie
Hogere orde conditionering
Rol van context
Contiguïteit en contingentie
Summatie
Differentiatie
Generalisatie
Hogere orde conditionering
Rol van context
Contiguïteit en contingentie
Summatie
Differentiatie
Generalisatie
Hogere orde conditionering
Rol van context
Contiguïteit en contingentie
CS en UCS komen in tijd en ruimte samen voor en de CS dient een goede voorspeller te zijn van de UCS
Summatie
Differentiatie
Generalisatie
Hogere orde conditionering
Rol van context
Contiguïteit en contingentie
CS en UCS komen in tijd en ruimte samen voor
Contiguïteit
Contingentie
De CS dient een goede voorspeller te zijn van de UCS
Contiguïteit
Contingentie
Men verwacht dat bij confrontatie met de CS, de UCS/UCR effectief kan/zal plaatsvinden
Sequentieel verband
Referentieel verband
Men verwacht niet dat bij confrontatie met de CS de UCS/UCR effectief zal plaatsvinden
Sequentieel verband
Referentieel verband
Context waarbinnen het gedrag plaatsvindt
SD
R
Sr
Het (observeerbare) gedrag
SD
R
Sr
Gevolgen / consequenten
SD
R
Sr
Gedrag wordt gevolgd door een positieve consequentie
Bekrachtiging
Bestraffing
Uitdoving
Discriminatief leren
Gedrag wordt gevolgd door een negatieve consequentie
Bekrachtiging
Bestraffing
Uitdoving
Discriminatief leren
Gedrag wordt niet meer gevolgd door de consequentie waarmee het aangeleerd werd
Bekrachtiging
Bestraffing
Uitdoving
Discriminatief leren
Men leert in verschillende situaties ander gedrag te stellen
Bekrachtiging
Bestraffing
Uitdoving
Discriminatief leren
Zijn dus inherent bekrachtigend
Primaire bekrachtigers
Secundaire bekrachtigers
Zijn bekrachtigend omdat ze gelinkt zijn aan de primaire bekrachtiger
Primaire bekrachtigers
Secundaire bekrachtigers
De bekrachtiger volgt kunstmatig op de handeling (wordt toegediend van buitenaf)
Extrinsiek
Intrinsiek
De bekrachtiger is natuurlijkerwijze met de handeling verbonden
Extrinsiek
Intrinsiek
+S+
Toedienen (+), Positieve consequentie
Toedienen (+), Negatieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Positieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Negatieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Positieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Negatieve consequentie
+S-
Toedienen (+), Positieve consequentie
Toedienen (+), Negatieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Positieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Negatieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Positieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Negatieve consequentie
-S+
Toedienen (+), Positieve consequentie
Toedienen (+), Negatieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Positieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Negatieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Positieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Negatieve consequentie
-S-
Toedienen (+), Positieve consequentie
Toedienen (+), Negatieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Positieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Negatieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Positieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Negatieve consequentie
°S+
Toedienen (+), Positieve consequentie
Toedienen (+), Negatieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Positieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Negatieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Positieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Negatieve consequentie
°S-
Toedienen (+), Positieve consequentie
Toedienen (+), Negatieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Positieve consequentie
Wegnemen/Verminderen, Negatieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Positieve consequentie
Voorkomen/Uitblijven, Negatieve consequentie
+S+
Toeanderingsgedrag
Ontsnappingsgedrag
Actieve vermijding
Passieve vermijding
Negatieve straf
Uitdoving
-S-
Toeanderingsgedrag
Ontsnappingsgedrag
Actieve vermijding
Passieve vermijding
Negatieve straf
Uitdoving
°S-
Toeanderingsgedrag
Ontsnappingsgedrag
Actieve vermijding
Passieve vermijding
Negatieve straf
Uitdoving
+S-
Toeanderingsgedrag
Ontsnappingsgedrag
Actieve vermijding
Passieve vermijding
Negatieve straf
Uitdoving
-S+
Toeanderingsgedrag
Ontsnappingsgedrag
Actieve vermijding
Passieve vermijding
Negatieve straf
Uitdoving
°S+
Toeanderingsgedrag
Ontsnappingsgedrag
Actieve vermijding
Passieve vermijding
Negatieve straf
Uitdoving
Na elke Xste R volgt de Sr
Ratioschema
Intervalschema
Fixed schema
Variabel schema
Na elke X minuten volgt de Sr
Ratioschema
Intervalschema
Fixed schema
Variabel schema
De periode tussen de bekrachtiging is regelmatig
Ratioschema
Intervalschema
Fixed schema
Variabel schema
De periode tussen de bekrachtiging is wisselend
Ratioschema
Intervalschema
Fixed schema
Variabel schema
Tempo van reageren versnelt
Fixed Ratio
Fixed Interval
Variabel Ratio
Variabel Interval
Reageren stopt in dode periode
Fixed Ratio
Fixed Interval
Variabel Ratio
Variabel Interval
De reactie is zeer actief
Fixed Ratio
Fixed Interval
Variabel Ratio
Variabel Interval
De reactie is middelmatig
Fixed Ratio
Fixed Ratio
Variabel Ratio
Variabel Interval
Een ... Is een verband waarbij de cliënt verwacht dat bij confrontatie met de CS de UCS/UCR werkelijk zal plaatsvinden.
Sequentieel/referentieel verband
Referentieel verband
Een ... Is een verband waarbij de cliënt bij confrontatie met de CS niet echt verwacht dat de UCS/UCR zich echt zal voordoen, maar de CS verwijst wel naar de representatie van de UCS/UCR in het geheugen.
Sequentieel/referentieel verband
Referentieel verband
Observeerbaar coping gedrag – incl. Gedrag dat men niet stelt, maar in principe wel zou verwachten (bv. Vermijdingsgedrag)
Overt copinggedrag
Covert copinggedrag
Niet-observeerbaar hanteringsgedrag (bv. Geruststellende gedachten formuleren, piekeren, tellen, interne bewerkingen uitvoeren, intentioneel richten van aandacht…)
Overt copinggedrag
Covert copinggedrag
Cliënt wordt direct blootgesteld aan de beangstigende situatie of stimulus
In vivo
In vitro
Cliënt wordt indirect blootgesteld aan de beangstigende situatie of stimulus
In vivo
In vitro
Imaginaire exposure
In vivo
In vitro
Gebruik rolwisseling en perspectiefwisseling om de cliënt op een andere manier naar een onderwerp te laten kijken
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Gebruik het contrast met anderen om onredelijke maatstaven die enkel gelden voor de cliënt zelf op te sporen
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Inwinnen van objectieve informatie om na te gaan hoe een gedachte zich verhoudt tot de realiteit
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Wanneer de cliënt de kans op negatieve gebeurtenissen overschat, hem alle mogelijke tussenstappen tot catastrofale gebeurtenissen laten inschatten
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Alle mogelijke alternatieve verklaringen in kaart brengen, alsook hun vermoedelijke aandeel
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Het doel is hier zicht te krijgen op de factoren die maken dat de negatieve opvatting geloofwaardig is voor de cliënt. Nadien kan men de factoren opsommen die de negatieve opvatting uitdagen. Geef daarbij ook aandacht aan de kwaliteit van de bewijzen, niet enkel de kwantiteit
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Het doel is de negatieve overtuigingen te onderzoeken en uit te dagen door die te beschouwen als een proces dat tegen de cliënt gevoerd wordt. Het is een meer experiëntiële techniek die volledig tot haar recht komt bij het wisselen van de rollen/perspectieven.
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
De toepassing van deze techniek gebeurt vooral bij ongenuanceerde kernopvattingen over zichzelf, bv 'Ik ben niets waard.' Die opvattingen willen we omvormen tot genuanceerde opvattingen die zich op een continuüm bevinden'
Advocaat van de duivel
Meten met twee maten
Informatie opzoeken/navragen
Kansberekening
Taartpunttechniek
Bewijzen voor en tegen
Rechtbanktechniek
Meerdimensionaal evalueren
Idee dat men heeft: “Anderen zijn niet in staat om emotionele ondersteuning/ verbinding, kracht of bescherming te bieden omdat ze emotioneel instabiel zijn”
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Idee dat men heeft: “Anderen zullen je pijn doen, misbruiken, vernederen, bedriegen, …”
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Aangeven tekort aan verzorging, empathie & bescherming te voelen. Eerder passief onthouden van aandacht, liefde, warmte, …
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Idee dat men heeft: “Men is defect, slecht, niet gewenst of minderwaardig”, “Men is beminnenswaardig voor anderen”. Uit zich vaak in een overgevoeligheid voor kritiek, afwijzing, verwijten, …
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Idee dat men heeft: “Men is geïsoleerd van de rest van de wereld, anders dan anderen of men maakt niet deel uit van de gemeenschap”
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Afhankelijkheid en incompetentie. Idee dat men heeft: “Men is niet in staat eigen dagelijkse verantwoordelijkheden op zich te nemen”, “men is hulpeloos”
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Overdreven vrees dat een willekeurige catastrofe op elke moment zou kunnen toeslaan. Medische catastrofes/emotionele catastrofes/externe catastrofes
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Overmatig emotioneel betrokken zijn bij belangrijke anderen. Ten koste van eigen emotionele en sociale ontwikkeling
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Idee dat men heeft: “Men heeft gefaald, men zal onvermijdelijk falen of is fundamenteel inadequaat”. De zaken naar zijn hand willen zetten, en moeite hebben met weigering. Gebrek aan zelfbeheersing.
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
Onderwerping: Overmatig overgeven van controle aan anderen omdat men zich gedwongen voelt. Idee dat men heeft: “”Eigen verlangens, gedachten en emoties zijn niet waardevol voor anderen”. Vaak op voorhand invullen wat anderen willen & zich daar al op aanpassen.
Verlating & instabiliteit
Wantrouwen/misbruik
Emotionele deprivatie
Minderwaardigheid/schaamte
Sociale isolatie/vervreemding
Verzwakte autonomie en verzwakte grenzenVerzwakte autonomie en verzwakte grenzen
Kwetsbaarheid voor gevaar & ziekte
Kluwen/verstrengeling
Mislukking
Gerichtheid op de ander
{"name":"Cognitieve gedragstherapie 2324", "url":"https://www.quiz-maker.com/QPREVIEW","txt":"UCS, UCR, CS","img":"https://www.quiz-maker.com/3012/CDN/97-4775281/screenshot-2024-01-14-at-20-07-58.png?sz=1200-00000000001000004656"}
Powered by: Quiz Maker